Winterse joyspotting

“Joy spotting” betekent het speuren naar, of gewoon aandachtig zijn voor die dingen die je vreugde geven. Dankzij “the Joyspotters Society” waar ik hier al wat over schreef, stimuleren we elkaar om op die manier in het dagelijks leven te kijken naar wat ons vreugde geeft.  Niet alleen bij het zien van de regenboog of de eerste sneeuw. Maar bij zoveel kleine dingen die eigenlijk de moeite zijn om je over te verwonderen. En om ze te delen. Want gedeelde vreugd…

Dag tikkeneitje!

Troosteitje van onze kip. Pas gelegd. Perfect gekookt. Wat een plaatje ben jij. Het klein gelukje van onze zoon: “een eitje in de schaal”.

In het dopje uit Gouda, met goed wat peper en zout, wordt je zachtjes opgelepeld. De grote diep gele dooier, het zachte wit erom heen. En nadien krijg ik, voor de weet-ik-hoeveelste-keer zelf een omgekeerd eierschaal-eitje aangeboden. 

Tik Tik, klinkt het op de schaal… Oh nee! Een fop-ei! Jij metteko! Ik lach gespeeld verontwaardigd. Oogjes fonkelen. We spelen het spelletje altijd opnieuw, en jij doet mee. Lief tikkeneitje. Klein fopei.

Heb jij zo’n ritueel dat je telkens weer herhaalt? Zoals een eitje dat vraagt om iemand te mogen foppen?

 

Dag stekjes!

Klein begin. Een groot geschenk. Belofte van wat, wie weet, met zorg, een grotere plant kan worden. We gaven jullie namen. In potten met plakoogjes. (dat kan je hier lezen). We zien jullie graag groeien. Elisa en Kees, die doen het nog goed. Al is Kees een beetje verkouden. De winter doet jullie geen deugd. Fabiola, die floreert in haar grotere pot. Maar Isabelle, die is komen te gaan. Helaas. 

Wat is het fijn, jullie te zien ‘opschieten’. Als jullie zelf groot genoeg zijn, dan geven we ook een stekje door. 

Heb jij iets gekregen, wat of waar je zelf later iets van doorgaf?

Dag kunstwerk!

Jaja, je hoeft niet verlegen te zijn. Je bent het heus. Een kunstwerk. Daar in m’n kommetje achtergebleven. Na het snijden van een rode biet. 

Toevallig zeg je? Nou en dan? Kunst is niet altijd het lang bestudeerd eindeloos geconcentreerd creëren. Soms is het net de toevalstreffer. Het geluk!

En toe zeg, helemaal toevallig is het nu ook niet. Jouw kleur! Die is keer op keer buitengewoon mooi. Zo intens en fris tegelijk. Zelfs het snijden, vooral als je gekookt bent, is een plezier. Ja, kom maar uit die groentenlade, een kunstenaar ben je. Een kunstwerk heb je gemaakt. (en ééntje is al opgegeten)

Welke toevalstreffer heeft je laatst verwonderd?

Dag kinderpleziertje!

Ik geef het toe, nu nog vind ik het leuk. Zoals die eerste messteek in een nieuw pak boter. De eerste keer het gouden papiertje van de choco mogen doorklieven. Patat! van de eerste keer. Of zachtjes zagen. of een paar welgerichte messteken die zo’n leuk poppend geluid maken. Of stilletjes de cirkel… nee, laten we eerlijk zijn, dat doe ik nooit. Het gaat hier van patat en plof en plop! 

Daar scheurt het goud veelbelovend open. Daar wacht een nog volle pot op de eerste messtreek. Het eerste boke, met een dikke laag. (dat hoort zo bij het eerste boke)

Hoe kondigt zich bij jou een belofte aan?

Dag heerlijk zelfgebakken brood,

Je bent een klassieker. Wie kan er niet ongevoelig blijven voor de geur van versgebakken brood? Soms wordt je zelfs als truckje gebruikt, als mensen een nieuw huis komen bekijken. Zo sterk geef je mensen een geluksgevoel. Zo erg geef je geur aan gezelligheid.

Ik vind het heerlijk, de hele voorpret. Het rijzen van het deeg onder de vochtige handdoek. Eens gaan piepen hoe hard je al gegroeid bent. Stevig kneden, ook van plof en patat. Wachten, en piepen, wachten en piepen. Wat in het deeg stoppen, rozijntjes, suiker of zaadjes. De kleine heerlijkheden de oven in steken. Het huis dat overheerlijk geurt. Kloppen op de korst. Ben je klaar? Je buitenkant bestrijken met boter zodat je zo heerlijk glanst. Dan héél even proberen te wachten, het strikte minimum… 

En dan, die eerste messteek boter op je nog warme brood. Een beetje hemel!

Heb jij van die zelfgemaakte gelukjes?

Dag feesttafel,

De eerste keer in o zo lange tijd, kwam er ‘volk’! Hadden we bezoek! Dus mocht de grote tafel leeg, en maakten paperassen en computer plaats voor… een feesttafel! 

De placemats van onder het stof. De chique borden mochten nog eens op tafel. Servetten plooien, hoelang was dat geleden! De feestelijke kaarsen aan. Alles sprak van “hoera, we krijgen bezoek!” We “hebben” geen bezoek, we “krijgen” het. Want het is een geschenk. En de feesttafel is de belofte. De voorpret. De verpakking. 

Wat leuk, zo’n geschenk in zo’n sociaal vaak barre coronatijden.

Ik hoop dat ik nog vaak servetten mag plooien…

Wat is voor jou de voorbode van een geschenk?

 

Dag meneertje citroen,

Sorry, ik wil niet zuur doen, maar eigenlijk lag je een beetje aan de kant. We moesten je snel gebruiken want je was al verdroogd. Veel zouden we niet meer met je kunnen aanvangen. Misschien nog een paar druppeltjes voor in de thee. We konden het proberen. Snel. Maar dan moest je weg. 

Maar dat was buiten onze zoon gerekend. “Toch niet meneertje citroen!” Hij ging twee plakoogjes halen. En ja, nu zag ik het ook. Je was, excuus, je bent nog steeds, ‘meneertje citroen’. “Nu is het al te laat hé, mama, om hem op te gebruiken?” “Wel, ik zou hem nu moeten gebruiken, anders is hij om weg te doen…” Maar ja zeg, dat kon ik in je gezicht toch niet zeggen. Nu je twee plakoogjes me aankijken? Nee, het is al goed. M’n zoon koestert je. Elke dag een beetje langer. En jij wordt droger. Maar ik denk, vreemd genoeg ook blijer. Want wie kan dat zeggen, zo gered te worden door een achtjarige. ‘T ga je goed meneer citroen. Ik zal niet zuur meer zijn.

Heb jij soms iets dat verloren leek, maar een nieuw leven kreeg? 

Dag kerststronk,

Hoe konden we aan je voorbij gaan. Je keek ons zo beloftevol aan op het plaatje. En in het echt nog veel meer. Koninklijk zelfs. Omringd door twee gouden chocoladeplaatjes. In een jasje dat net een fluwelen zetel lijkt, met een delicaat patroon. Met bronzen parels bovenop. Wat erin zit? Je naam is? Even kijken…  Hij is zo koninklijk dat ik hem nauwelijks kan uitspreken. Dat ie zou gedeclameerd moeten worden. Hier gaat ie, speciaal voor jou. Ik presenteer: “Crème au beurre met koffiegebak. Rolbisquit en praliné van gegrilde hazelnoten op een bedje van krokant gepofte rijst.” 

Soms mag er al eens iets royaal zijn. En waarom niet met kerst? Al had de echte Koning aan een kribbeke genoeg. Maar hij kreeg ook koninklijke geschenken. Wierook, mirre en goud. Je had er niet misstaan….

Wat wil jij soms met gepaste luister vieren?