Dan zijn er de woorden waar we om gniffelen. Honden aan de leiband, dat klinkt in het Deens blijkbaar als “Hund i snor”. Dat klinkt toch grappig! Zeker als je je bij de hond in het logo een fel behaarde, oude stoffige, “besnorde” hond inbeeldt. “Hund i snor”, steeds kwamen we het tegen. In de supermarkt was het lezen van de namen van de koopwaar, ook erg leuk. Ik heb je hier al verteld over de Deense broccoli. Maar ook zonder Deense vlaggetjes, zien de producten er Deens uit. “Piske” heet de Deense room. Een beetje flauw misschien, maar we kunnen ons niet inbeelden dat room hier “piske” zou heten. Het ziet er gewoon gek uit. En dan zijn er nog de alom tegenwoordige kaneelbroodjes, die hier “kanelsnegle” heten. Gewoon die hele zin “Snup en bid i farten kanelsnegle”. Het klinkt toch als een zelfverzonnen zin van de grote vriendelijke reus van Roald Dahl? Zoals de snoskommer en al die andere zelf in elkaar geflanste woorden waarvan je je afvraagt waar hij het haalt? Hier dus! Uit de boeiende Scandinavische talen, met Snups en Snegle, en Hund i Snorren en meer van dat leuks.