Uitzicht

Wie kan er niet genieten van een mooi uitzicht? Met of zonder smartphone in aanslag, op zoek gaan naar dat adembenemende plaatje? Het gebeurt geregeld, nu de dagen donker worden, dat tijdens de rit naar school, het uitzicht zo prachtig is dat ik eigenlijk zou willen stoppen, maar dat op de drukke weg niet doe. De zon komt dan net op en over de velden hangt nog dikke mist. De toren staat poëtisch verstopt tussen wolken van verbeelding. De hemel kleurt roos en blauw en geel, en om alles hangt mysterie. Ik heb de zichten niet kunnen vangen in foto’s, maar bewaar ze wel op mijn vanbinnen. Het zijn letterlijk “uitzichten”. Beelden, werkelijkheden, hier en nu, die me eraan herinneren dat ondanks de moeilijke tijden waar we in leven, er veel schoons is. Zomaar. Om van te genieten. Hieronder deel ik een aantal zichten van onze reis naar Denemarken. Het waren niet alleen “mooie uitzichten”, die we soms zomaar en soms na een klimtocht cadeau kregen. De hele reis zelf gaf uitzicht. Voor het eerst in lange tijd een mooie reis kunnen maken, nieuwe dingen ontdekken, een nog ongekend land doorreizen. Voor het eerst in een tijd van niet ver kunnen en niet veel kunnen, toch, samen, wat ondernemen… op avontuur gaan! Wat gaf dat vooruitzicht, uitzicht! 

Dag oceanarium,

Wat zie jij er beeldig uit. De hypermoderne architectuur vloeit samen met de glooiing van de zee. Alles golft, deint, heuvelt en beweegt. Bij een modern uitzicht zou ik aan wolkenkrabbers denken en drukke steden, maar dit hier is zo een rustgevend uitzicht! Modern maar niet kil. Door mensen gemaakt en toch zo in harmonie met de natuur. Zon die weerkaatst en schaduwen werpt. Gloeiend, golvend, we voelen de vissen al bijna zwemmen en we hebben nog geen stap in het oceanarium gezet. Of beter, nog geen vin verroert. Dit uitzicht trekt ons naar binnen… 

Dag vogelreservaat,

Hier, op dit piepkleine eiland kunnen we in elke richting de zee zien. We klauteren de uitkijktoren op, en hebben een prachtig zicht over het vogelnatuurreservaat. Want de vogels voelen zich hier thuis, in dit uitgestrekte, langgerekte, drassige, wat desolate landschap. We zien ze niet echt, de vogels. Al strijken ze neer met duizenden. Wellicht hadden we met een verrekijker nog een beter uitzicht gehad. Maar wat genieten we van dit bijzondere landschap. Een plek die op de eerste plaats de thuis is voor vogels. (wat over Deense vogels schreef ik hier) Een plek zo stil dat je jezelf hoort ademen. Een uitgestrektheid in prachtige kleuren en machtige luchten die je verruimt. Alsof er langs alle kanten extra plaats komt. Marge. Ademruimte. Zoveel kan een uitzicht doen. 

Waar je ook kijkt, elk uitzicht is net een schilderij. Van een bevlogen schilder…

Dag blik op oneindig,

Wat een zicht, zeg! Dé stoel. Van hieruit zien we de braamstruiken rond het huis, het groen, de bomen, de heuvels in de verte, en dan daarachter… achter al dat leven en groen en wilde, de opdoemende zee. Rustig. Klaar. Aanwezig. Niet op het eerste zicht zichtbaar, maar als je goed kijkt, wél. Dan blijkt de lucht méér dan lucht. Dan tekent zich iets af… Wat is het heerlijk hier binnen te kunnen zitten, en ondertussen van zo’n zicht te mogen genieten. Buiten komt mee binnen. We voelen het. Het interieur is vol hout en licht, lekker “hyggelig” zoals gebruikelijk in Denemarken (waar je hier meer over kan lezen). Als we binnen ook wat meer zoals buiten kunnen leven… met dezelfde vrijheid passen kunnen nemen en de lucht opsnuiven vol van mogelijkheden en betovering… Ah, dat allemaal vanuit dé zetel. Ik had wat mee, om te lezen of te schrijven of tekenen… maar het uitzicht was genoeg. 

Dag klein padje,

We denken bij uitzicht vaak aan een horizon die zichtbaar is. Een zon die zakt in de zee. Akkers en weilanden met wuivend riet. Misschien een zicht over een hele stad als je een grote toren hebt beklommen. Kunnen kijken zo ver het oog reikt. 

Maar dit kleine padje is een ander uitzicht. De horizon is onzichtbaar geworden. Overal klimt en groeit groen wild om zich heen. En toch kronkelt er zich door dit alles een klein begaanbaar padje. Het is net of je een verhaal inloopt. Een geheime wereld. Een avontuur. Het is net of de wereld van de grijze straten en lawaaierige auto’s, ja zelfs van de uitgestrekte zichten niet bestaat. Zoals soms op een grote heuvelige rijbaan, het plots lijkt of de baan stopt. Of de wereld daar stopt. Hier stopt ie ook. Hier begint een nieuwe wereld. “Zie, Ik begin iets nieuws…” ( Jes 43: 19) Zie jij het ook al ontkiemen, ook als de horizon nog onzichtbaar lijkt?

 

 

Dag eindeloze trappen,

Onwaarschijnlijk, zo een landschap te worden binnengeleid. Zo een moeilijk af te dalen helling te mogen afdalen. Met een hele mooie brede houten trap, van boven tot beneden. Met bankjes onderweg en leuningen. Een serieuze uitdaging voor mij, de eindeloze afdaling (en vooral weer beklimming). Ik rust regelmatig uit naast de puffende toeristen die een pak ouder zijn dan ik. We zitten op de bankjes onderweg, en ik haal de druivensuiker boven. We zijn samen in de solidariteit van “het is een stevige klim”, en het lichaam dat niet altijd mee wil, maar ook in het elkaar verzekeren dat het de moeite is, en dat we met een prachtig uitzicht worden  beloond. Nog even volhouden dus, treetje per treetje…

Dag kers op de taart,

Ja, dit was de zware afdaling waard. Wat een zicht! Witte krijtrotsen doemen op. Het is eindeloos turen over de zee. Een smal zwart keienstrand onderaan de rotsen maakt het landschap uniek. Daar boven spotten we het nest van een slechtvalk (ik geef toe dat het infobord daarbij hielp). Wat is het hier wondermooi. 

Iedereen staat hier vol “oh!’s en “Ah’s!” voor een uitzicht dat toch wel buitengewoon is. Er is een gedeeld gevoel van verwondering, verbazing, van een kinderlijke vreugde bijna. Zoals bij de eerste sneeuw of een prachtige dubbele regenboog. Dit is zo mooi! 

Overal worden foto’s genomen, en het is wat drummen onderaan de trap, want te lang kunnen we niet blijven. De volgende uitgeputte toeristen willen de zuurverdiende kers op de taart zien na al die trappen. We keren weer om, maar het zou de laatste keer niet zijn. We kunnen maar niet vertrekken van deze wondermooie plek. Terwijl ik boven uitrust, gaan mijn zoon en echtgenoot nog tweemaal de tocht aan. Van kersen op taarten wil je gewoon blijven smullen…

Dag onverwacht uitzicht,

Soms moet je je hoofd eens in gaten durven steken. Kijken met een ander perspectief. Zoals mijn zoon hier door speciale kijkgaatjes in het oceanarium, onder de vissen door kan kruipen. Hun buikjes kan zien. De wil was er om het ook te proberen. Maar het gangenstelsel was niet voorzien op euh, “iets grotere kinderen”. Maar kijk, hoofd erdoor en je hebt weer een heel ander uitzicht. Als m’n zoon met de schop in de tuin een diepe put graaft, is het net hetzelfde. Hij ontdekt een leven onder de grond, net zo rijk als het leven erboven. Waar we zo over gewandeld zouden zijn. Dus misschien een pleidooi om onze hoofden wat meer door onverwachte gaten te durven steken. Of in een boom te klimmen. Of in de aarde te wroeten. Of door de spleten van het hek te kijken. Telkens weer een ander zicht!

Dag uitzicht waar je deel van wordt,

Ik staar naar m’n gezinsleden die met de boot het meer bevaren. Ze worden deel van het uitzicht. Er was maar plaats voor twee. Dus hier, van op de steiger, blijf ik staan, blijf ik kijken… naar het bootje dat vooruit gaat, naar de bootjes hier die dobberen. Maar misschien maak ik ook wel deel uit van het landschap. Gewoon door er in te staan. Door de steiger te bewandelen. Door het water zacht te horen klokken tegen de houten bootjes. Door met de telefoon in de hand, naar een nieuw beeld te zoeken en het te willen koesteren. Een uitzicht om deel van uit te maken. 

Dag Bijbelse boom,

Zo ziet hij er toch uit. Alsof hij hier al eeuwen staat. Verweerd. Oud. Heeft al heel wat gezien. De vermoeiden die zich onder zijn schaduw verkwikten. De kinderen die in z’n takken speelden. De mensen die verhalen vertelden bij het vuur vlakbij. Alsof ik ze zie, de verhalen die ze vertellen, de woorden die klonken, en de vervlogen tijden die tot leven komen. Alsof ik het me zo kan inbeelden, een boom zo oud en zo levend als de Bijbel, die veel ziet en meemaakt, en veel te vertellen heeft. Een boom, die je als vanzelf terugbrengt bij eeuwenoude wortels… mens-over-schrijdend… 

Dag rust,

Hier te zijn, op een zondagochtend, is heerlijk. De rust valt over me. De houten steiger staat op oneindig, de cirkel gaat door. Middenin kan wie wil een plons wagen in de diepte. De zee strekt zich eindeloos, de zomer rekt zich uit in een hemel vol licht en zachte grijzen en blauwen. En het voelt als een schilderij waar ik mee de kleur van wil zijn, als een gebed dat woordeloos weerklinkt, als een lied dat net in de rust tussen de noten, gezongen wordt. Elk moment verandert, heel traag, er wel iets in de lucht. Het wordt klaarder. Een bootje drijft voorbij. Deense vogels klapwieken statig of verorberen hun ontbijt. Het zand is nog koel. Achter ons doet een grote groep mensen yoga in even onopvallende kleuren als het weer.  Alsof ze net zo deel zijn van het landschap als de vogels en de bootjes. Ik adem diep in en uit. Wat een geschenk hier te mogen zijn! Hier, waar God vrede is. En eindeloze rust.

Ik gaf hier wat woorden aan die rust.