Tijd
Tijd. Dan denken we vaak aan een tekort. Iets dat ons steeds ontglipt, zoals zand in een zandloper. Te weinig tijd. Tekort. Teveel willen doen in de tijd die ons rest. Volgeschreven agenda’s. Woorden als ‘haast’ en ‘druk druk druk’. Ik moet ook denken aan hoe op een begrafenis over de dierbare overledene als enige tekort “tijd” werd genoemd… Hij wou overal zijn, maar was er dan ook haastig, met één been al klaar om weer op te staan. En tegelijk zo’n verlangen naar méér tijd, om meer goed te doen, meer te kunnen zijn… Je zou denken dat de tijd hem ingehaald heeft. Maar op het einde ging het tergend traag. De tijd sleepte… en diezelfde dagen die vroeger zo voorbij glipten, waren nu lange dagen, vol tijd om ’te doden’. En toch zijn er ook andere beelden… zeeën van tijd bijvoorbeeld. Overvloed. Ik zie m’n zoontje met z’n handen door het kippenvoer gaan: wat als de tijd zoiets was? Een schepje uit een overvloed? Dat niet alleen ontglipt, maar ook stroomt? Die we niet moeten beheersen, maar waar we ook op kunnen drijven?
Tijd als “Chronos”. De tijd die we afmeten, in dagen, uren, minuten, seconden… die we plannen in agenda’s, die we achterna hollen en waar we met deadlines en to do lijstjes controle over proberen te hebben. Het is misschien wel de opvatting en constructie van de tijd, waar we als mensen het meest mee te maken krijgen. Chronos dat als een kader op ons wordt gedrukt. Tijd die met een prikklok wordt bijgehouden. Tijd die we niet mogen verspillen, maar zo efficiënt mogelijk moeten invullen… En dan kwam er corona… En het begrip van tijd werd anders… Ik zie nog m’n gloednieuwe agenda voor 2020… Die stond vol met afspraken die niet meer zouden gebeuren: feestelijkheden die geannuleerd werden, zeeklassen die niet zouden doorgaan… vol flexibiliteit. Niets is zeker. De maakbaarheid stootte op haar grenzen… En er stonden heel veel lege pagina’s in. Dagen die niet volgepland stonden. Dagen zonder afspraken. Leegte. Ruimte. Zeeën van tijd. Tijd die ‘in te vullen’ was… soms als kans, als vrijheid, de tijd om dingen te doen waar we al lang naar verlangden. Mensen begonnen plots brood te maken, in de tuin te werken, dan maar eens een boek te schrijven, zich creatief uit te leven, of werden keukenprinsessen. Maar soms waren we ‘uitgewandeld’ vanuit ons kot… en dan was die lege tijd moeilijk… De dagen leken op elkaar. de agenda lag er werkloos bij, net als de handtas, de autosleutels, alle “oh zo nodige benodigdheden”… Het was een ander soort tijd. Hier waren het dagen van corona-thuis onderwijs… met een zoontje in het eerste en tweede studiejaar die worstelde met papieren bundels… een tijd die we zoveel mogelijk buiten doorbrachten, als het kan van ’s morgens. Met zelfgemaakte spelletjes om de leerstof en de vaardigheden mee in te oefenen… met voorlezen aan de kippen, en samen lunchen als twee doperwtjes in onze groene hangmat, van de verwondering om een gevonden vogelei, en het leren uit wat zich aandiende… Een zo andere manier van tijd beleven, dat je zou denken, dat het ons tijdsbesef radicaal zou veranderen… Dat we na corona niet meer terug zouden kunnen naar de tijdsbeleving zoals voorheen. Maar dat bleek toch anders… en de corona tijd begon stilletjes te vervagen…
Er zijn ook momenten, dat de tijd werkelijk stil staat. Dat het lijkt alsof er zoiets is als “verleden, heden en toekomst”, onze lineaire constructie. Maar ook, iets dat héél dat tijdsbesef overstijgt en tegelijk ten diepste grondt. Een tijd van een andere orde. Eeuwigheid. Als ik naar de zee tuur, zo uitgestrekt, de horizon zo eindeloos… dan overvalt me steeds dat gevoel van eeuwigheid… het is niet een regenachtige dinsdagavond, nee, hier en nu gebeurt de Eeuwigheid… In de groene heuvels van Denemarken, bezaaid met bloemen, en de zee overal rond ons heen, leek het alsof we nu al mochten huppelen in het paradijs. Met een eindeloze vrijheid. Met een gevoel van tastbare Eeuwigheid. (ik schreef er hier wat over) Dit is waar de psalmen over zingen. Zo moet de Hemel eruit zien. Het soort landschap waar je spontaan “the Hills are alive” gaat van zingen, de armen in het rond draaiend, alsof je alles in één keer in je opneemt en tegelijk beseft… dat de werkelijkheid zoveel groter is dan ons… Ja, dat de realiteit én de tijd ons overstijgt. De natuur kan dat effect hebben, een prachtig stuk muziek, een mooi kunstwerk, ook… De blik van iemand, wie weet onbekend, maar die recht in je ziel kijkt, ook… Misschien heb jij ook wel van die momenten dat je de eeuwigheid kan proeven? Die ons beperkte besef van tijd ontsnappen… Een kerk binnengaan, zoals de Sint Rombouts kathedraal, heeft ook dat effect op me. Ik schreef er hier wat over. Gewoon al de schoonheid die overstijgt, het besef dat op deze plek al honderden jaren mensen bidden… en de Eeuwige die hier tastbaar is… De sacramenten mogen vieren, voelt als het mogen staan met één been in de Eeuwigheid en één been in het nu. Ik herinner me een eucharistieviering op een zaterdagmiddag, in de sacramentskapel. De hele kapel was vol, de zon scheen mystiek door de glasramen, en we zongen met z’n allen zo vol overgave het ‘Heilig Heilig’ dat het was alsof de engelen meezongen, en de Hemel de aarde raakte. Maar zelfs zonder strategisch straaltje zon… Tijdens élke eucharistie, is het alsof ik met één been in de Eeuwigheid en één been in het nu mag staan… waar ik deelgenoot mag worden aan het mysterie van God dat mij overstijgt, mijn kleine ik, mijn beperkte tijdsbesef, of het nu een maandagmorgen of een zondagmiddag is. Een perspectief dat al het andere “relatief” maakt, en tegelijk ook een diepere betekenis geeft. Een perspectief dat bezielt, dat voortrekt, … geen tijd om te doden of tijd om te vullen, maar een Eeuwigheid om van vervuld te worden! En wanneer ik m’n ogen sluit tijdens het sacrament van de verzoening, en m’n hart voel kloppen in m’n gevouwen handen, dan voel ik me, met alles wat ik voor God breng, in de Eeuwigheid staan. In een heel ander, vrijmakend, perspectief, zonder de balast van gisteren en de zorgen van morgen. De Eeuwigheid die hier en nu doorbreekt, en ja, Hemel en Aarde die elkaar raken… Dan blijft de tijd stilstaan én stromen tegelijk. Dan is er overvloed…
Ja, misschien is dat ‘stilstaan’ van de tijd, dat soort tijdsbeleving waar we helemaal in kunnen opgaan en onszelf vergeten, wel de “kairos” tijd. Een andere soort tijd. Een goede tijd. Ik herinner me één van de pastores die vertelde dat ze op de afdeling het liefst “vlinderde”. Niet met een hele lijst afspraken en to do’s de dag beginnen, maar met een openheid, fladderend naar wat en wie zich aandiende… Misschien is dat wel echt het samen leven en bewogen worden door de Heilige Geest… Onlangs had ik zo’n dag op het programma staan. Een “lege” dag. Het enige wat ik zeker wist is dat ik naar de eucharistie wou gaan die zondag, en als het even kon, ook naar de Maria-evenementen later die dag. Maar ertussen lag ‘een gat’, zoals we dat in de chronos tijd zouden noemen. Een leegte. Een tijd om te ‘overbruggen’. Ik besloot om die tijd, ja die hele dag in Gods handen te leggen en te zien waar Zijn Voorzienigheid me brengen zou… kabbelend op Zijn Geest… En het werd een dag vol genade!
Ik vertrok wat vroeger naar de kathedraal want vlak ervoor stuurde een goede vriend een vraag om gebed. Dus kon ik de dag beginnen door bij Maria te bidden voor zijn intenties… Dan was ik wat vroeger voor de eucharistie en maakte kennis met een sympathieke vrouw voor me, met wie ik al lang eens had willen spreken… Nu was er de kans, en het was zo’n mooi en deugddoend gesprek! Dan mocht ik de eucharistie vieren, iets waarvan het vooruitzicht alleen al me ontroerde. En het was prachtig, de homilie was ook zo vervullend, het zinderde nog na. Nadien was er tijd genoeg om nog wat na te praten, mensen te leren kennen… Nadien trok ik de kathedraal uit, de stad in, met een koekje bij wijze van middagmaal, op een bankje in de zon. Op de één of andere manier werd ik toch weer naar de kathedraal getrokken, maar het weer was te goed om binnen te zitten. Ik nestelde me aan de voeten van het beeld van Christus Koning, een beeld dat me nooit eerder zo was opgevallen. Het was er goed. Beschut. Warm. En onder Zijn zegenende handen. Ik begon er te lezen uit het geestelijk leven van een andere koning, koning Boudewijn, die heel goed besefte wie de échte Koning was. Terwijl ik daar zat, kwam er een oudere vrouw bij zitten. Ze vroeg over het programma van Maria. Ze dacht dat het nu zou plaatsvinden, maar ze was nog twee uur te vroeg. “Kom, laten we samen in de kathedraal gaan kijken naar de affiche”, nodigde ik haar uit. Al wandelend, hoorde ik dat ze van de Assyrische kerk was. En ze zou ook naar het Maria event komen… En we hadden tijd… Niet veel later, zaten we samen, tot voor kort nog twee onbekenden, in de sacramentskapel. Elk baden we de rozenkrans in de eigen taal. Wat een diepe verbondenheid, gekend of ongekend, wat de taal ook was, de taal van het geloof is universeel… Nadien ging ze nog een wandelingetje doen, en nestelde ik me, nog vol verwondering om wat net gebeurd was, aan de voeten van Christus Koning in de zon. En niet veel later zag ik, op wat stoelen ervoor, een rug die me bekend voorkwam… ik kwam wat dichter, en ja, herkende een vriendin! Wat een blij weerzien! De vriendin had een vriend meegebracht, en we werden aan elkaar voorgesteld. Ik mocht erbij komen zitten, en mee ‘een boke met ei’ eten (ook dat is de voorzienigheid… de honger stillen!). Maar ook de diepste honger werd gestild. Het gesprek was zo deugddoend, de uitwisseling van blikken en woorden en een verstaan van het hart. De Geest die ogen deed fonkelen! We verstonden elkaar, en het deed deugd diep vanbinnen! We gingen samen de kathedraal weer binnen voor het Maria-programma, en tijdens de processie nadien wandelde een bekende me tegen het lijf en was het weer een blij weerzien. Wat een dag! Een zogezegde ‘lege’ dag volgens de chronos, werd een dag die overstroomde in de logica van de Kairos. Dit is de tijd waarin ik wil leven en die ik wil beleven… Geen gehaast, maar een uit handen geven. Op de stroom van Zijn Voorzienigheid! Dan gebeuren er wonderen…