God,
En wat als mijn weg nu niet
Recht vooruit loopt
Ook niet als Gij me zou leiden?
Maar net kronkelt
En slingert
Met dalen en bergen
En daarin net
Een charme zit
Want, eerlijk
Ik hou niet
Van stenen wegen,
Gestroomlijnd en plat
Gewoon van A naar B
Een pad
Waarvan je niet weet
Waar de volgende steen ligt
Vind ik heerlijk,
Toch als ik wandelen ga
Kan ik die zin voor
Wat klein avontuur
Dat onvoorspelbare, altijd verrassende,
Ook in mijn leven appreciëren?
Misschien mag ik wel slingeren,
Klauteren, klimmen, vallen en opstaan,
Zelfs niet weten waar naartoe
Als Gij maar de Weg zijt
Mijn onderweg zijt
Dan zeg ik
“bestemming bereikt”