kerk door kinderogen

Een kerk. Er zijn er in allerlei kleuren, vormen en smaken. Van “niet weten waar je eerst moet kijken” Barokke exemplaren. Een eenvoudige kerk met dikke muren, die verkoeling bieden, en een straaltje mystieke zon die binnenvalt, in Bourgogne. Een “moderne” met het typerende vast tapijt van de jaren ’60 en al dan niet met accordeon deur en fake marmeren pilaren. Toen m’n zoontje nog kleuter was, doken we een kerk in die gelegen was in een drukke winkelstraat. Het was er donker. Koud. Drukkend. Er hingen schilderijen, er stond een altaar, er stonden veel beelden. Er was veel in donker, zwaar hout, waaronder het biechtgestoelte. “Wat is dat hier?” vroeg m’n zoon. In een poging om op kleuterniveau te antwoorden probeerde ik iets in de zin van “Hier woont God”. We stapten de donkere kerk op, en stonden weer in de straat die gonsde van het leven, van lawaai, van licht, van kleuren. “En hier woont Hij ook”, vervolgde ik. “Hier woont Hij misschien nog veel meer”, bedacht ik me. Dan in die lege, koude, zware, donkere kerk dat we Zijn huis noemen. 

Zovele jaren later staan we in de kathedraal. We slenteren langs de kunstwerken, de imposante glasramen, de beelden en schilderijen. M’n zoon trekt vreemde ogen. “Zoveel geweld!” zegt hij. Hij blijft staan bij een schilderij, het zoveelste, van de marteling van één of andere Heilige. Hij zit vast aan een stuk hout vol pinnen. En zal weldra helemaal aan flarden zijn, als het “pinnenwiel” onder hem, begint te draaien. “Ah, gruwelijk!” zegt hij. “Bah, ik wil hier weg”. Als volwassene zijn we gewoon geworden, aan de lijdende Jezus op het kruis overal, aan de kilte van een kerk, aan de martelaarstaferelen. We schrikken niet meer bij al dat bloederigs, maar kijken bewonderend naar de kunsthistorische schatten. Maar als je diezelfde kerk bekijkt door de ogen van een kind? Ineens komt dat héél anders binnen! Inderdaad, al dat soort taferelen, is dat niet gruwelijk? En dit noemen we “Gods huis”? Een huis waar m’n zoon gauw weg wil, dat wel een spookhuis lijkt in zijn beleving!

We komen thuis, en het zindert nog na. “Wat als JIJ de kerk kon bedenken, hoe je ook wou? Hoe zou die eruit zien?” vroeg ik. 

Zijn antwoord verwonderde me! Hij zat vol ideeën! En het zou heel anders zijn, dat was duidelijk. Oh wat een boeiende antwoorden! Die zou ik willen delen, aan wie werkzaam is in de kerk. Wie weet kan het anders? En wie weet hebben er nog wel kinderen zo’n leuke ideeën. Wat een potentieel zit hier!

Ik besefte toen pas: waarom stellen we die vraag niet eerder? Waarom gaan we ervan uit dat kinderen (maar misschien niet alleen zij?) zich kunnen thuis voelen in een kerkgebouw zoals het er nu uitziet? Een gebouw dat vaak meer zegt over het verleden, dan over het heden of de toekomst? En dat, laten we eerlijk zijn, niet echt verwelkomend is voor kinderen… (op eventueel een Bijbelse kleurplaat of een hoekje met speelgoed na) Begint het niet altijd met eerst écht te luisteren? De vraag te stellen aan wie het aanbelangt en niet voor een ander in te vullen? Daar schreef ik hier al meer over. 

Dus vertelde ik de juf van Godsdienst over wat m’n zoon beleefd had in de kathedraal. Over de vraag die ik hem gesteld had en zijn rijke antwoorden! En of ze misschien de vraag ook in de klas wou stellen? Dat deed ze! En de kinderen tekenden “hun” kerk… Die antwoorden, die wil ik met jullie delen! Als Jezus zegt “Laat de kinderen tot Mij komen”, laten wij dan ook tot de kinderen komen, oprecht luisterend naar hoe zij het kerkgebouw beleven. 

Mijn zoon had meteen een kindvriendelijk alternatief voor de (soms gruwelijke) beelden in de kerk. Plaats beelden van lego! Een Jezus uit lego! de Heilige familie uit lego! Lego trekt kinderen aan. Tuurlijk zouden ze willen komen, al is het om naar de beelden te kijken. Een beeld, gemaakt met iets uit zijn leefwereld en die van vele kinderen. Wat een briljant plan! Beelden die spreken, die aantrekken, uit de leefwereld…

Een ander idee, was het installeren van een groot kruis (dat staat niet op de tekening, maar vertelde hij wel), gemaakt uit een soort matras en wat lijkt op hout. Kinderen zouden dan op het kruis kunnen gaan liggen en proberen voelen hoe Jezus zich voelde. Inleving dus… Ook dat is eigenlijk iets heel wezenlijks. De kerk niet gewoon als een plek waar je stil moet zitten terwijl er vooraan allerlei dingen gezegd en gedaan worden. Maar als een plek waar je iets kan beleven, door je in te leven. Zo had hij ook een soort houten bouwwerk  voorzien dat aan een stevig touw hing, waarin je kon spelen dat je een engel was. En doorheen de kerk zou een riviertje lopen (met een bootje) waarin je de Bijbelse verhalen zou kunnen naspelen. Naspelen, inleven, beleven… Dat is de taal van kinderen. En misschien wel een uitnodiging voor ons allemaal.

 

Een kerkgebouw, dat zouden ze graag als een leuke plek ervaren. Een plek waar er plezier mag gemaakt worden. “Een pretkerk”, schrijft zelfs iemand. Iemand heeft een kever attracties voor ogen, een ander een ondergrondse attractie met een kat. Een plek ook met iets lekker om te eten, de frietjes, suikerspinnen en donuts liggen al klaar. En in verschillende tekeningen komen er ook schommels voor. 

Misschien kunnen we als volwassenen gauw lacherig doen: “ach, een heel pretpark, daar gaan we toch niet mee beginnen?” Maar kijk eens wat eronder schuilt? Het verlangen naar een plek waar vreugde en plezier is (iets heel anders dan stil en serieus moeten zijn, dan iets wat als “saai” of gruwelijk wordt ervaren). Vieren dus! Het verlangen om te mogen bewegen (tot schommelen toe) en niet stil hoeven te zitten. Te mogen  “kind zijn” eigenlijk! Wie weet vragen ze, gewoon een plek waar ze zichzelf mogen zijn…

En is het allemaal zo gek? Lees hier dan maar eens over de schommel in de Heilige Magdalena kerk, vanuit het creatieve brein van YOT! En zelfs de “ondergrondse attractie”, als we even verder kijken… is misschien minder vreemd dan het lijkt. Ik herinner me bij het kathedraalbezoek het afdalen van de trapjes, de crypte in. Daar beneden is er wat. Onder de grond van vele kerken, zit er van alles verborgen. De fascinatie met iets “ondergronds” in een kerk, is dan zo gek nog niet. 

 

Zien jullie het ook? Een toegankelijke kerk! Een kerk met een lift (om misschien de kerktoren te kunnen beklimmen?). Een kerk met voldoende toiletten! Een kerk met een bed, en een frigo. Een kerk waar je je een beetje thuis mag voelen, “op je gemak”, mét alle gemak. 

De kindertekeningen deden me denken aan de dag dat we de kathedraal bezochten. Ik kon niet mee naar boven (wegens geen lift). Ik moest naar het toilet maar dat was op slot. Een Engelstalige vriendin die de toren bezocht vroeg om naar het toilet te mogen gaan, maar het werd geweigerd. “There are no toilets here” was het antwoord. Ik, die dan maar op iemand die werkte in de kerk afstapte, kreeg toch toegang en was daar heel dankbaar om. Maar het werd afgesloten als er geen viering of concert was omdat anders de mensen van de markt zouden beginnen naar het toilet komen aan de kerk. Stel je voor… Ik liep na m’n gewaardeerde toiletbezoek terug de kerk binnen langs de taferelen van de zeven werken van barmhartigheid… de dorstigen laven, de hongerigen spijzen, de zieken bezoeken,… misschien mocht hier wel een achtste werk bij … de toiletdeuren vanzelfsprekend openen voor wie er moet gaan. (iets over toegankelijkheid, schreef ik eens hier

Een donkere, zware kerk, dat zien we niet op de kindertekeningen. Er kwamen kerken vol kleur, regenboogkleuren zelfs. Wat zou dat mooi kunnen zijn, meer kleur!!

Een kerk ook waar er stilte mag zijn, waar je tot rust kan komen. En die verbonden is met buiten. Waar riviertjes binnen of langs stromen en water aanwezig is. Waar er natuur is, en een speeltuintje bijstaat. En waar, naast de hosties, de paaskaars, het kruisbeeld, het altaar, al die klassieke dingen, ook, een gezellige zolder is met een bed. Waar het misschien wel een echt “huis” van God mag zijn. En van mensen… En van kinderen. 

Ondanks alle goede bedoelingen, van kindernevendiensten tot Bijbelse kleurplaten… Misschien hebben we nog wel een weg te gaan, om van het huis een “thuis” te maken. Eentje waar je niet van weg wil lopen, omdat het er te saai, te stil, te donker of te gruwelijk is. Maar een plek waar kinderen zichzelf mogen zijn. En dat begint met de vraag aan hén te stellen…

 

En jij? Wat zou jouw antwoord zijn op “als jij de kerk kon tekenen/verzinnen zoals JIJ zelf wou?” 

 

Mijn antwoord kan je hier ontdekken…