Angst in de ogen kijken

Als m’n zoontje vraagt: “Van welk dier heb je het meest schrik?” Dan luidt mijn antwoord: “Van een octopus”. In de categorie angstaanjagende beesten hoort vast en zeker ook een hyena. Maar op een keer zag ik eens een documentaire over hyena’s, waarbij ook hyena jongen te zien waren, en… die bleken, zeker als ze kleintjes waren, toch wel niet schattig zeker? Een gier dan? Daar hou ik ook niet zo van… Maar als ik dan denk aan de hilarische zangstonde van een bende gieren in Jungle Book, die in close harmony zingen over de vriendschap … tja, dan zijn ze misschien toch niet zo eng meer.  Want mijn hoofd maakt nu steeds de connectie gier = in close harmony de vriendschap bezingen.

 Maar een octopus? Ja, dat was toch wel het meest angstaanjagende dier naar mijn gevoel. Bijzonder de reuzenoctopus dan. Stel je voor, daardoor opgeslokt te worden. Ik weet het, wie denkt daar nu aan? Maar met een zoontje die houdt van dat soort vragen en niet zonder antwoord de laan wil uitgestuurd worden, denken wij er dus aan. En dan lijkt me zo een glibberig beest vreselijk: je weet niet wat je voor je hebt (waar zit die mond? Die oren? heeft ie een neus?), zonder geraamte, met een blubberige textuur en met van die lange tentakels (met zuignappen nog aan toe), die dan nog eens bijzonder intelligent blijkt. Een octopus? Nee dankjewel.

Fragment: “Bij hoog en laag”, uit de Disney film Jungle Book

Je angst in de ogen kijken, zeggen ze wel eens. Wel ik zou hier zomaar eens even een documentaire bekijken over het voor mij meest angstaanjagende dier. “My Octopus Teacher”, een schitterende documentaire uit 2020 gemaakt door Pippa Ehrlich, James Reed, de duiker en filmmaker Craig Foster, en de eigenlijke ster van de documentaire: een octopus. 

De duiker, Craig, die door een moeilijke periode gaat, besluit om te gaan duiken in het ‘kelp bos’, een soort onderwaterwereld vol met kelp en waterplanten, bruisend van het wonderlijke en kleurrijke onderwaterleven. Een biotoop die hem vertrouwd is, waar hij tot zichzelf komt, net door één te zijn met alles. En een plek die leidt tot een bijzondere ontmoeting. Eentje met, wat had je gedacht, een octopus. 

En nu bleek die octopus helemaal niet eng. Meer nog, de vrouwtjesoctopus was wonderlijk! Wat die allemaal kon! Zich meesterlijk camoufleren met schelpen of door van kleur te veranderen, of zelfs hoorntjes te laten groeien… Eruit zien als een steen die subtiel voortbeweegt, of op twee ‘armen’ wandelt, het hele lijf om zich heen wiegend alsof ze een stuk kelp is dat door de oceaan danst. Als ze sliep, met die oogjes dicht, dan zag ze er, werkelijk waar, schattig uit. Het was briljant hoe ze de venijnige haaien steeds te slim af was, door telkens nieuwe strategieën aan te wenden,  met beslissingen op het laatste moment genomen! Zo deed ze de volgende dingen tijdens een aanval: zich verstoppen in kelp, zich omringen met schelpen zodat ze eruit zag als een soort vreemd koraal, op land gaan (daar waar de haai haar niet achterna kon zitten), en de meesterzet wanneer ze aangevallen werd: op de rug van de haai zelf zitten! Ik kon haast applaudisseren voor de octopus! Even een haai “outsmarten”, en dat keer op keer, in een mum van tijd! Wat een geniaal dier!

Die band ook, tussen de duiker en de octopus. Hoe ze elkaar ontdekken, contact zoeken, contact maken ook… Met een dier in het wild! De duiker besloot elke dag te komen duiken om te zien hoe het met de octopus ging. Om haar leven te kunnen volgen. Soms was ze schichtig, angstig… en soms… rekte ze haar tentakels uit. En zat ik te kijken hoe die, tot voor kort angstaanjagende tentakels, hier tekenen waren van vriendschap, een ‘uitgestrekte hand’ als het ware. Hoe ze contact maakten. Elkaar vertrouwden. Hoe de één en de ander deel uitmaakten van elkaars leefwereld. Niet in afzonderlijke hokjes van ‘huisdier’ en ‘eigenaar’, maar als twee wezens, samen deel uitmakend van de natuur. Adembenemend was het… 

Ik zal niet alles verklappen, ik kan de documentaire alleen maar heel erg aanbevelen. Wat ik je wel kan vertellen is dat ik tranen in m’n ogen had, en dat bij een octopus. Tranen, niet van angst, maar van ontroering. Ik weet niet meer wat ik nu moet antwoorden op de vraag van m’n zoontje. Het antwoord is alvast geen octopus meer…

Iets meer over een octopus, in een heel andere context, schreef ik hier