Bijzondere vogels
Net zag ik hier een groep kauwen, een graantje meepikken van onze kippen. Eerst fladderden de kippen erachteraan. Maar ondertussen is al duidelijk dat ze niet op kunnen tegen de hele groep, die zich genesteld heeft in de gele boom van de achterburen. Er fladdert hier nog wel wat meer voorbij… Tijdens de lockdown viel het op hoeveel vogels er eigenlijk in onze tuinen wonen. Eksters, kraaien, raven, maar ook kleine meesjes en musjes. Zelfs een drietal groene papegaaien zien en horen we voorbij vliegen. Een duif zit vaak op het hek van ons terras rond etenstijd. Een vogelvriend, zo noemt m’n zoontje hem. We werden ook al gecharmeerd door vogels in het park, en bijzonder door die in de stad, die vaak dat tikje tammer zijn. In verhalen vliegen er hulpvaardige meeuwen, krullevaren en ingenieuze mussen voorbij… En op televisie lachen we met het gevoel voor ritme van de kaketoe’s, mini fiets rijdende papegaaien, de gekke (en ook een tikje griezelige) potoo vogel, en de Polifinario uiteraard. Veel bv’s dus… Bijzondere vogels… Ik stel je aan enkele vogelvrienden voor…
Dag Eric,
Zou ik je een bange gans noemen? Of toch maar beter ‘onzeker’. Je zit wat te dralen aan de kade, vlak naast het houten pad. “Zou ik springen? Zou ik? Zou ik kunnen vliegen? Zou ik?” Je pootjes komen dichter, en gaan dan weer achteruit. Je snavel zwiept links en rechts, piept vooruit en trekt zich terug. Je wacht…
Tot er zich wat mensen rondom je verzameld hebben. Misschien heb je wat aanmoediging nodig? Gaat het beter met publiek? We willen het allemaal zo graag, we moedigen je aan. Komaan, Eric, laat eens zien wat je in huis hebt!
En dan, verbaas je ons allemaal! Je neemt niet zomaar een sprong tot op het pad vlak onder je. Nee, je strekt je vleugels en vliegt… helemaal tot aan het andere eind van de kade, de Dijle over.
En daar wacht je weer, dralend… “Zou ik? Zou ik?”
Dag Peli,
Ja, je laat je Peli noemen. Klinkt wat vlotter dan Pelikaan. En wat een coole vogel ben jij! Recht uit “de Giraf, de Peli en ik”, van Roald Dahl gevlogen. Klinkt als een hoofdrol Peli!
Met je superpatentsnavel ben je hoofdnoodzakelijk voor jullie originele glazenwassersbedrijf. Tegelijk een prima vervoermiddel voor jong en oud. En, laat ik het niet vergeten, de held van het verhaal wanneer je de dief in je bek zo ronddraait dat ie zich voelt als een geklutst ei.
Als ik iemand nodig heb, voor een unieke klus, dan bel ik je Peli! Hou je taai!
Dag Krullevaar,
Wat ben jij een prachtexemplaar! Een vogel met een unieke look. Geen veertjes maar krullerige haartjes. Enorme poten. En je typerende ‘Prrr-ta-lie-loe”!
Wat leven we mee met je avonturen, zo spannend beschreven door Annie M.G. Schmidt in Pluk van de Petteflet. Je moest nogal wat meemaken… Dreigde opgezet te worden, moest je verborgen houden maar werd verklikt, vreesde dat je de enige in je soort was… En toch, loopt het niet slecht voor je af.
En als blijkt dat, hoe uniek je ook bent, je niet alleen bent… Dan geeft dat je vleugels. Dan doet je dat vliegen… En gelijk heb je!
Dag unieke Krullevaar! Wondermooi en niet alleen!
Dag Duifje,
Ik krijg je maar niet genoemd. Ben je een Firmin, of een Lucien? Of eerder een Dirk? Een Manfred of een Herman?
Hmm, ja, een Herman misschien. Dag Herman! Zo veel leuker als ik je bij naam kan noemen. Je kent ons wel hé? Vaak komen we langs hier, en je bent duidelijk niet mensenschuw. Jij en je makkers in de boom. Hup, en daar zit je op de leuning. Vlakbij. Herman te wezen. In je mooie grijze veren, met dat tikkeltje wit en groen. Je lijkt bijna één met de muur en het groen achter je. Een camoufleerduif! Herman, zat je in het leger misschien? Of een padvinderstype?
Hoe dan ook, het was weer een genoegen. Dankjewel. Om zo dicht te durven komen…
(Meer over het bij naam noemen? klik dan hier)
Dag bende van Joep,
Wat een geweldig stelletje zijn jullie. Met een eend of vijf waggelen jullie over het strand heen. “As if you own the place”.
Wie had het nu ook bedacht, dat een eend zich moest houden aan de grasperkjes? Of enkel op het water mocht? Waarom zou dat niet kunnen, een coole strandeend?
Wel Joep, jij en jouw bende hebben alleszins de ‘attitude’ en het vertrouwen, om zo maar eens eventjes het strand en zijn bezoekers langs te gaan. Er valt toch altijd iets te rapen, nee?
Even kijken… Ja Joep, die plastiek schoen ziet er leuk uit. Kijk maar dichter als je wil. Maar lekker is ie niet hoor. Of zijn jullie een bende van ‘pak maar wat je te pakken kan krijgen?’
Chill maar, hang maar lekker wat rond. Maar sorry Joep, deze schoenen zijn van ons. Misschien meer geluk wat verderop?
Dag Kwark en Toep,
en de rest van de vogelvrienden. Want in de nood kent m’n zijn vrienden, en nood die was er. Ach Toos en Otje, in Annie M. G. Schmidts boek, die hadden het toch zo moeilijk, zo zonder papieren… Steeds weer op de vlucht voor politie, geen werk kunnen vinden… Het sprookjesachtige verhaal klonk verdacht actueel.
Er was verdriet, wanhoop, zelfs driftbuien. Wat moest het verder, zonder papieren? Gelukkig waren jullie er, trouwe vogelvrienden. Geen papieren? Geen probleem! Dan halen wij toch gewoon papieren voor je?
Of het nu echt hielp of niet, die papieren, dat verklap ik niet. Wie weet lezen er mensen mee, die Otje nog moeten lezen. Maar wat ik wel weet, is dat vrienden zoals jullie, vast en zeker helpen. Zo’n vriendschap, jullie samen zoeken naar oplossingen… hartverwarmend is het!
Dag muf,
Je ziet er maar triestig uit, in de zwart witte wereld van Sita. Dof en grijs, met je veren die steeds weer voor je oogje ploinken. Je klare kijk, maar ook je zelfvertrouwen kwijt. Arme muf…
En toch, gebeurt er iets. Ontmoet je een bijzondere vogel. En ben je nadien nog steeds jezelf, en tegelijk veranderd…
Maar wie daar meer over wil weten, kan hier naar het verhaal luisteren en je horen voorbijfladderen.
Dag Frits en Freddy,
We wandelen wat rond een ongekende vijver. Er lijkt niet veel leven, niet veel mensen en niet veel dieren. Het begint hevig te regenen en we eten onze picknick dan maar onder een boom. Maar… Daar zijn jullie! Net als vorige wandeling, trouw op post. Jullie willen mee pick-nicken.
Ik moet het zeggen, ik heb het normaal niet zo op ganzen. Ze zijn zo groot, zeker als je zit of met kinderen op stap gaat. En ze kunnen zo wild op je afkomen. Niet dat ik jullie wil beledigen. Maar eerlijk, ben ik lichtjes geïntimideerd door jullie soort.
Maar dan heb je jullie: Frits en Freddy. Hevig zwemmend (of hoe noemen jullie dat?) tot aan de oever. Hup, stijl de berg op om met ons mee te picknicken. En mee te schuilen onder de boom. Hé, ik vind jullie lief! Ik ben niet bang meer. Jullie mogen dichter komen.
We nemen afscheid en wandelen verder. En een eindje verderop: hup, daar waggelen jullie weer! Frits en Freddy, Freddy en Frits. Trouw op post, thuis hier op de vijver. Oh wat een blij weerzien! Tot de volgende keer!
Dag Guus,
Guusje. Klein zwart vogeltje. Met je gele pootjes en je rode snaveltje. Trippelend op de trap.
Straks weer het water in, hop, zo snel gaat dat. En dan weer aan de kant, waterhoentje. Trippelend, trappelend, trap op, trap af, water in, water uit.
Soms in de holte in de muur, knus in je thuis aan de watergrens. En soms bij den Eric op de kade. Iets minder theatraal wel. Daar trip-trip-trap je alweer naar beneden… plons… het water in… dobber-dobber-dobber, kleine Guus. Waterguusje.
Dag Heilige Geest,
Ja, qua bijzondere vogels, het moet gezegd, span Jij wel de kroon. Mag ik trouwens Jij tegen Je zeggen?
Ik weet dat je wordt voorgesteld, door een witte duif. Je valt er niet mee samen. Maar zo ‘duif achtig’ als in dit glasraam van Frère Eric van Taizé zag ik je nog niet vaak. Je zit er parmantig, net als een bijzondere vogel uit één van de avonturen van Annie M.G. Schmidt. Maar wel eventjes bovenop Maria’s aureooltje!
Moest iemand het erbij tekenen, we zouden het misschien Godslasterlijk vinden. Maar je – pardon , Je- hoort erbij! Jij bent niet zomaar een bijzondere vogel. Wat Jij allemaal kan… Waartoe Jij inspireert! Wie Jij mag symboliseren? Welke vruchten Jij draagt?
Tja, daar zou ik ook fier van op Maria’s aureooltje zitten!