Potato Peel Society
Stel je voor dat je op een dag een brief krijgt van de “Guernsey Literary and Potato Peel Pie Society”. Het doet op z’n minst de wenkbrouwen fronsen. Maar het is het begin van een ontroerend, aangrijpend, dramatisch en hartverwarmend verhaal met de gelijknamige tittel.
Over de kracht van brieven kon je hier al iets lezen. Wel, de kracht van brieven, dat is precies waar het boek “The guernsey Literary and Potato Peel Pie Society”, geschreven door Mary Ann Shaffer en Annie Barrows, (uitgegeven bij The Dial Press) over gaat. Het hele boek is in briefvorm opgesteld. Daarom leest het niet als een trein, maar…. als een puzzel, als een briefwisseling, een traject van verbondenheid tussen de verschillende geadresseerden én de lezer. Stapje per stapje begin je doorheen de brieven te begrijpen wat er zich achter de woorden op papier heeft afgespeeld. Onthulling per onthulling, letter per letter begrijp je ook de relaties tussen de geadresseerden. En op ingenieuze wijze ‘leest’ de verfilming net zo: als vlokken sneeuw die naar beneden dwarrelen, telkens met dat beetje meer inzicht, dat beetje meer diepte, kleur, rijkdom. De ontdekking van een wereld, niet alleen van feitelijkheden, maar van persoonlijkheden, geheimen, karakter, echtheid. Een wereld die soms bikkelhard was tijdens de bezetting van het eiland Guernsey in de tweede wereldoorlog. Waar er ontbering was, iisolement, verlies. Waar de oude kranten, waarin verpakte waren toekwamen, werden bewaard, gelezen en doorgegeven. En waar aardappelen datgene waren wat wél nog voorhanden was. Een kleine stap naar de “potato peel pie” dus.
Het recept van de “potato peel pie” uit het boek kan ik u niet meegeven. En gelukkig maar. Maar het deed me wel denken aan de generatie van mijn grootouders die tijdens de oorlog creatief en inventief moesten zijn met wat er voorhanden was.
Bompa reed ’s nachts met de fiets van Brussel naar Mechelen om er met de zaklamp de kleine patatjes te rapen die op het veld waren blijven liggen. Alle uitgaven werden nauwkeurig bijgehouden in boekjes. Bobonneke gebruikte haar eigen rantsoenbonnetjes voor de kinderen zodat ze zelf slanker en slanker werd. Toen ze na de oorlog een huis kochten, werd de hele tuin van voor tot achter vol gezet met groenten, fruitbomen, kippen, konijnen… Want zelfvoorzienend zijn was het allerbelangrijkste. De oorlog op een appartement in Brussel had hun dat wel geleerd. Niets werd verspild. Bobonne vroeg later nog steeds de buurman z’n allerkleinste patatjes zodat niets verloren zou gaan.
Er werd in de oorlog, niet alleen in Guernsey maar ook hier creatief omgegaan met aardappelen. Bobonne schreef het recept op van oorlogswafels en oorlogskoekjes, dat je hiernaast kan lezen.
Onze tijden zijn geen oorlogstijden. Maar het zijn wel momenten waarin we geschiedenis aan het meemaken zijn. Waarin, vlak voor de eerste golf, er ineens ‘gehamsterd’ werd. Waarin er terug het idee van schaarste kwam, en van het extra goed gebruiken van wat we hebben. Waarin wie een tuin had, als een dolle aan het moestuinieren sloeg. Er werd al eens schertsend over ‘den draad’ met de buur over gesproken: “Dat we zouden toekomen, met onzen hof”. Maar het klonk voor het eerst ook wat wrang… We wisten niet wat er komen zou… En dat weten we, zoveel maanden later, misschien nog niet helemaal…
En toch, middenin de ellende van de oorlog in Guersney, zoals wellicht ook midden in moeilijke omstandigheden vroeger en nu, dichtbij of veraf, zoeken mensen naar verbinding. Naar samenhorigheid. Naar iets om het hart te verwarmen.
Hier weerklonk applaus vanachter de vensterbanken, werden postbodes en vuilnisophalers plots bedankt met tekeningen, speelde een buur elke week “we zullen doorgaan” door zijn open raam, zongen mensen in een appartementsgebouw samen, elk van op hun balkon, staken we al eens tekeningen in de bus bij de buren, verschenen er stoepkrijtboodschappen, maakte de buurvrouw mondmaskers voor een heleboel mensen, bracht de juf de mooiste thuisonderwijs-pakketjes…
En daar, op Guernsey, begon het met een stiekem feestmaal… en mondde het uit in een literaire club met aardappelschillentaart en veel boeken, met vooral veel samen delen, een reden om samen te komen, om zich aan elkaars aanwezigheid te verwarmen. En wat kunnen we er ons nu iets bij voorstellen… Hoe deugddoend dat kan zijn, je aan elkaars aanwezigheid te kunnen verwarmen…
Misschien doen wij het niet met een literaire boekenclub… maar wat zijn onze manieren om in deze tijden, bijzonder wanneer we niet kunnen samenkomen, toch samenhorigheid te kunnen ervaren? Hoe kunnen we onze creativiteit aanspreken om elkaars harten te verwarmen? Om wat leven te brengen in een tijd die er naar snakt?
Zin gekregen om zelf brieven te schrijven? Klik hier.