God,
Tussen het gras, schieten de paardenbloemen op
Het onkruid mee met de groenten,
De wilde aardbeien in het bos
De tomaten tieren welig
We noemen het wild
En toch is er zo’n heerlijke harmonie
In Uw schepping die
Verdraagt, die samen bloeit,
Die doet ontstaan
De bloem tussen de groenten,
De niet gekochte pompoen tussen wat aangeplant werd,
Het stuk brood tijdens de vlucht van de ekster
En alles beweegt
In het wild

Laat ons ook zo, samen bewegen
Samen opschieten met elkaar
Er mogen zijn, de één naast de ander,
Tussen, en met,
Groeien en bloeien
Zonder plan
Zonder doel
Onder Uw zon

Laat ons vruchtbaar zijn
Zoals de aarde
Die we zijn

Amen