Dag al wat bevroren is,
Het wekt verbazing. Wat zacht is, wordt hard. Wat niets dragen kon, kan plots iets dragen. Er zijn plekken, die we eerst niet zagen, die plots bevroren zijn. We zoeken ze op. Een vinger voelt aan de laag ijs in de bloempot, in de zandbak, op de emmer.
En al hebben we de zon lief, we vrezen ze nu. Straks smelt al dat bevroren moois weer.
Of misschien: Gelukkig. Straks smelt wat bevroor weer. Wordt wat hard werd, weer zacht. Kan water weer stromen. En kunnen vogels weer drinken.
Wat hoop jij dat smelten gaat?