Wakkere wandeling door het park

We zijn het nieuwe jaar ingewandeld. En hebben de idee dat het zonnig en warm moet zijn voor een wandeling, achter ons gelaten. Ook als het nat is, zelfs als het koud is, kan het heerlijk zijn buiten uit te waaien, mee op het ritme van de seizoenen. Soms ga ik alleen wandelen. Dat vraagt een beetje meer, om de stap te zetten. Maar tegelijk heb ik dan alle tijd en geen afleiding, om met andere ogen te kijken. Wakker. Naar alles wat de natuur me onderweg vertelt. Alsof het een boek is dat ik even lees, of een gedicht, of een tentoonstelling vol beelden en taferelen waar je zo een tittel bij zou kunnen bedenken, woorden bij zou kunnen plakken, of een soundtrack bij zou kunnen horen. 

Hieronder deel ik zo een paar impressies van m’n wakkere wandeling. Het zijn geen hoogstaande fotografische pareltjes. Gewoon, wat op mijn pad kwam, en me even deed stilstaan en glimlachen.

Dag paddenstoelen tussen de rozen. Dag seizoenen in de war.

Tussen wat koude stengels en de herinnering aan de zomerse rozenweelde in de rozentuin in het park, bloeit daar tussen de afgelopen zomer, de herfst in paddenstoelen, terwijl we dan eigenlijk al winter zijn. 

Paddenstoelen waar normaal delicate theerozen staan. Als een sprookje in een sprookje.

Dag veel te grote brug over zo’n klein stroompje water.

Dag lichtjes overdreven oplossing voor wat eigenlijk niet zo’n probleem is. (maar dat doen we misschien ook zo. Constructies maken, oplossingen verzinnen voor problemen die eigenlijk niet zo groot zijn als ze lijken)

Ik moet lachen bij deze charmante, schattige maar ook wat parmantige brug.

 

 

Dag Hert. Reikhalzend hert. 

Niet gewoon hert. Het springt zo, zijn hoofd vooruit, waar zou het naartoe gaan? Waar zou het naar verlangen?

Wat leuk dat er niet gewoon een statisch hert op staat. Maar eentje in beweging. Vooruit reikhalzend. Met de blik naar boven.

“Naar wat of Wie kijk jij reikhalzend  uit?”, vraagt het me. 

Dag eekhoorn. Neerspringende eekhoorn.

Wat leuk ook, dat hier niet gewoon een knagende eekhoorn op staat. Maar een bewegend beest. Een eekhoorn die ergens induikt, heen springt, zo vol van leven en vitaliteit. Het lijkt wel een dans hier, aan de poëziehut in het vrijbroekpark, van reikhalzende herten en vitaal neerspringende eekhoorns en wat weet ik nog niet allemaal. 

Wat zou mijn beweging zijn? En waar spring ik naartoe, vol vol leven?

 

 

Dag nest in de kale boom.

Wat wonderlijk. Ik denk nesten altijd bij de lente. Bij bomen vol bladeren en vol leven. Maar hier, in dorre taken, in het dorre van het leven, nestelt zich… nieuw leven. Een thuis. Een plek van geborgenheid en bescherming. 

Precies in dat kale, dorre, schorre, precies daar, en van takken gemaakt,

een hartverwarmend nest. 

Dag dappere bes.

Dag dapper, niet opgevend blinkend stukje hoop. Stand houdend in de winterkou. Teken van leven aan een weer kale boom. 

Of dag vroege vogel bes? die met warme wintertemperaturen al te vroeg gaan bloeien is? 

Mij lijkt het een dappere bes. Twee. 

Een ‘HOOP-je’ dappere besjes .

 

Dag rij van ‘social distancing’ bomen.

Wat zijn jullie heerlijk om naar te kijken.
Allemaal ‘houden jullie afstand’, in coronatijden. En toch, reiken jullie takken naar elkaar. Zijn jullie verbonden, allemaal.

Zijn we zo ook, apart en op afstand, net als jullie verbonden?  Ik tuur en zie boom na boom na boom, op veilige afstand, en toch diep verbonden.

(en dan zie ik nog niet naar wat er onder de grond verborgen zit)

 

Dag buigzaam riet, wat in de war.

en soms ook een geknakte.

Wat vragen deze tijden ons om buigzaam te zijn. En jullie daar, de ene links, de andere rechts, in botsingen gebogen, naar elkaar gebogen, naar de grond gebogen, naar boven gebogen. Met weer en wind meegaan. Staande blijven, door flexibel te zijn.

Een beeld voor het afgelopen jaar. Een uitdaging voor het nieuwe. 

En bij het geknakte riet, schiet me door het hoofd dat Hij het geknakte riet niet breken zal. (Jes 42:3)

En zo wandelde ik door de dag. Ik hoop door vele dagen. Misschien wandel ik ook zo eens door m’n woonkamer. Of door de stad. Of weet ik waar. En wie weet krijg jij ook zin, in zo’n wakkere wandeling.