verwonder(d)ingen
in de stad

Het zal een jaar geleden geweest zijn, dat ik nog in de stad was. Ik woon er nochtans dichtbij. Maar een stad betekent ook: veel mensen bij elkaar. En in coronatijd, als risicopatiënt, een te mijden plek.
Maar nu moest ik er zijn, en was ik erg blij om ‘mijn stad’ nog eens van wat dichterbij te kunnen zien. 

Dag vrolijke regenboogboom!

Lekker ingeduffeld door ‘wild-breiers’, midden in de sneeuw. Helemaal alleen, dit keer geen fietsen achteloos rond je, of aan het hek. Geen één. 

In regenboogkleuren, een vleugje vreugde voor al wie je tegenkomt, straal je in volle glorie.

Wat een geweldige manier om ‘wild’ te zijn: vreugdevol ankerpunt. Je doet me glimlachen.

Wat wil jij eens in een vrolijk jasje steken?

Dag keuvelende beelden in de straat,

Ziet het er zo uit als je te lang in de kou blijft staan? Of ziet het er zo uit, als je zo in gesprek verwikkeld bent, dat je niet eens door hebt, dat er sneeuw op je ligt?

Of ziet vriendschap er zo uit, door dik en dun, naakt en omhuld, door wind en regen, sneeuw en ijs. 

Het lijkt alsof je ze bijna horen kan. Wat zouden ze zeggen?

Dag verloren gelopen bord,

Wie zet er nu een verkeersbord op de stoep? Je staat er wat verloren bij, verdwaald uit één of andere werf of drukke verkeerssituatie. Maar toch sta je hier, in een situatie ‘nieuw’ en ook al een beetje vertrouwd. Wijs je ons de weg. Langs hier. 

Geen “als je zin hebt, exploreer dit pad maar eens”, maar eerder een “één richting, jongens, opgelet”.

Ik volg maar braaf. En even verdwaald. Er is haast niemand op straat. We lopen er samen wat verloren bij. 

Dag complexiteit,

Dag kruising. Dat heb je, als je de stad in gaat. Het park, de velden, de tuin, dat was helder. Daar de velden, hier het pad. Daar het grasperk, hier het bankje. Maar hier kruist het één het andere. Het water en het land, de natuur en het mens-gemaakte, een weg boven, een weg naast, een weg onder. Met nog wat hekken, bogen, kettingen, lichtjes, en een valentijnshart. 

Dag chaotische stad. Dag alles wat kronkelt en kruist. Dag bruisende, bewegende, dansende stad. Ik heb je gemist.

Dag toegangspoort,

Eigenlijk is elke deur een toegangspoort. Stap je door de deur in een andere ruimte binnen. Een andere werkelijkheid eigenlijk. Iets heel nieuw. Of heel vertrouwd. of thuis. 

Maar dit, deze deur… daar proef je de magie. Als deze deur opengaat, dan beeld ik me geen gang in, of eetkamer of kantoor… maar een heel nieuwe wereld. Een geheime tuin of een Narnia landschap. Velden vol tulpen of machtige bergen. 

Ik beeld me in, dat ik druk, midden in de rozet. De deur zwaait open… en dan… wauw…

Wat zie jij?

Dag “in het nauw gedreven” pad,

Dag “enge” weg. Dag toelopende steeg. Het lijkt wel alles wat we niet willen: toelopend, eng, nauw…

en toch zouden we in een andere stad er zo naar op zoek gaan en doorheen wandelen. Dan wordt dat ‘nauwe pad’ plots ‘pittoresk’.

Kan ik wat eng aanvoelt, ook anders zien? Een glimp zien van wat er aan de andere kant ligt en er vertrouw-vol doorwandelen? Me niet laten intimideren door de hoge muren?

Dat het pittoresk wordt, kan ik niet beloven. Maar misschien toch minder ‘eng’…

Dag vertrouwde  toren,

Ankerpunt, vanuit elke hoek te zien. In de tuin, achter de boom in de winter. In de velden midden achter. Op de weg naar school, soms verdwijnend onder een laagje mist. Maar steeds, tussen en achter alles, natuur, huizen, winkels, weersomstandigheden uittorenend. 

Dag baken van licht. Elke morgen en elke avond ben je het eerste waar ik naar speur uit mijn raam. Achter de kale takken van de winterboom van de buren. Als het donker is, als het moeilijk is, in corona tijden… dan zoekt mijn blik jou, baken van licht. Wetende dat daar, generaties en generaties mensen Licht hebben gezocht en gevonden. Licht hebben toegezongen (en ook wel eens licht hebben proberen te blussen)

Speur je mee naar wat uittorent, als een baken van Licht? 

Dag beeld-geworden mogelijkheden,

Sprookjesachtig is het. Als uit een droom. Geschiedenis komt tot leven. ‘Echte’ mensen wijzen de weg. En richtingen, wegen, worden verbeeld. Het zijn geen abstracte keuzes. Geen letters, cijfers of curves.

Het zijn verhalen, mensen, beelden, die al even sprookjesachtig tussen verbeelding en realiteit ‘vlees worden’. Wat als we onze mogelijkheden, de wegen die we zouden kunnen gaan, zo zouden kunnen verbeelden. Dat we de mensen, de verhalen, erop zien staan? 

Wat en wie zou er staan op de wegwijzers in je leven? En hoe zien jouw beeld geworden mogelijkheden eruit?