Terug in de tijd

Tijdens onze vakantie, voelde het soms alsof we terug in de tijd stapten. In oude, charmante huisjes, in het midden van de natuur, naar een soort tijd waar het leven eenvoudiger is. Waar je leeft met meer aandacht voor elkaar. Waar de dagen niet voorbijvliegen maar langs schrijden. Waar je anders proeft, ziet, luistert, ruikt en voelt. Een soort puur leven, alsof je een stap terug zet in de tijd, én tegelijk in een soort “tijdloosheid” leeft. Er kleeft een soort heimwee in de mens naar dit soort eenvoudigere leven, dicht bij en in de natuur. Het magazine Flow verwijst naar de opkomst van nature influencers, en de zogenaamde “Cottage core”. (hier kan je er wat over lezen)

Het doet me denken aan de succesvolle serie op Netflix, “Anne with an E”, gebaseerd op de boeken “Anne of Green Gables” van Lucy Maud Montgommery (voor het eerst verschenen in 1908, maar nog steeds populair). Ik lees voor uit de Nederlandse versie, Anne van het Groene Huis, vertaald door Hannie Tijman, verschenen bij uitgeverij Karmijn. Ik vermoed dat het succes van de serie samenhangt met dat gevoel van “cottage core”, van heimwee én verlangen naar een leven dat eenvoudiger is, in en met de natuur. Zelf genoot ik enorm van de avonturen van Anne! Om te beginnen omdat ze zo’n bijzondere figuur is. Iemand vol verbeelding! Die haar eigen verhaal schrijft, op de soms donkere pagina’s van wat haar in haar leven overkomt. Iemand met een onvoorstelbare veerkracht en een fantasie die eindeloos is en vrijheid schept. En iemand die, een hele tijd terug in de tijd, een eenvoudig leven leeft. Natuurlijk is het geromantiseerd. En was het leven toen ook hard. We voelen door het scherm geen koude en honger en de pijn van oordeel in een gemeenschap waar iedereen elkaar kent. Maar ondanks alles is er toch iets tijdloos, in het verhaal, in de mensen, in het landschap dat wiegt en schrijdt en kabbelt en danst, in de weg van de verbeelding… Maar ik ging jullie wat vertellen over het “terug in de tijd” gaan, tijdens onze vakantie in Denemarken. Dus daar gaan we dan…

387330972_647404777257106_8030866504780670257_n

Dag rieten dak,

Rieten dak van een vierhonderd jaar oude schuur waarin we mogen logeren. Eentje met stenen en deurtjes die voor de helft opengaan. Met veel leven, zoals je hier kan lezen, en met veel leven voor ons! Wie heeft er hier gelopen, geleefd, gewandeld, geslapen? Wie waren de boer en boerin van deze schuur? Hebben er kinderen door het raampje gekeken, zoals ik nu, spelend op wat toen vast de hooizolder was? Welke dieren nestelden zich hier? En heeft een oude opa met z’n kwieke zoon dat rieten dak zelf gemaakt? Misschien met het riet van het meertje hier vlakbij? Ik weet het niet, maar dat rieten dak, brengt me zo naar een andere tijd. Een tijd waar de kinderen rond de appelbomen dansten. Terwijl de appelen nu overrijp op het malse gras vallen. Een tijd waar opa’s met bretellen aan, op houten ladders, rieten daken maakten. Een tijd waar de vrouw des huizes brood aan het bakken was onder het neuriën van een Deens volksliedje. En een tijd waar ik nu, na een heerlijke nacht onder de houten balken, het raam open, en de tijdloze lucht inadem…

Dag kaarskip,

Of kippenkaars. Daar bij de tafel, staat een zitbank. Dat alleen al is zo heerlijk terug de tijd in gaan… Ik denk aan de verhalen van Astrid Lindgren waar de meid sliep op de keukenbank, dicht bij het vuur. En ik trek het kussen achter me, m’n huisgenoten tegen me, en we zitten gezellig op de bank. Want tegen elkaar op de bank, is zoveel warmer dan ieder op z’n stoel. En warmer is het ook met de kip die uitnodigt tot het aansteken van een kaars. Wat zouden we nog kaarsen aansteken, in tijden van elektriciteit? Of zo’n would-be theelichtje misschien, met een aan en uit knopje. Maar met de kaars aan, ontsteken we tegelijk de tijd waarin mensen verlicht werden door kaarsen. Waarin we als vanzelf onze handen even rond de vlam houden. En ons eenvoudig aan tafel zitten, wordt “tafelen bij kaarslicht”. Gezelschapsspelletjes spelen krijgt een heel andere dimensie, bij het licht van de kippenkaars. Of de kaarsenkip. Hoe dan ook, ze brengt verlichting… en verdichting.

Dag dansend dorp,

Op het dorpsplein, van “Den Gamle By” in Aarhus, zetten we letterlijk stappen terug in de tijd. We bekijken oude ambachten in kleine vakwerken huisjes. We zwaaien nostalgisch aan de hendel van een oude auto. We spotten in de dansende dorpsbewoners, onder de authentieke klederdracht sneakers en sportschoenen. Maar het maakt niet uit, want met een zwier staan we in een tijd waar er een dorpsplein is, waar gedanst wordt, waar mensen elkaar kennen, waar kinderen én volwassenen niet aan een schermpje gekluisterd staan, maar praten, spelen, inhaken en zingen. En we zuchten eens… Hoe fijn zou het zijn als we gewoon al de inwoners van onze eigen straat allemaal zouden kennen? Als we bij samen zouden komen ergens op een plein? Als de kinderen van de buurt, op hun schijnbaar tijdloze sneakers, samen spelletjes zouden spelen… Als we bij het elkaar tegenkomen, al eens konden vertellen hoe het gaat. Als onze wereld weer een beetje dorp kon worden…

Dag charmante bakkerij,

Al dat zelfgebakken lekkers daar zo te zien liggen, dat doet dromen. Van de tijd voor het ultrabewerkt voedsel en de supermarkttaarten. Van de kerststronken, de taarten met marsepeinen bloemen en het de stekelbessentaart van m’n Bobonne. Van de unieke smaak van toen, in een stukje versgebakken lekkers vandaag. Van wakkere bakkers die zwoegden. Van schattige winkeltjes waar je een praatje kan slaan met de winkelbediende die je kent. Van nostalgie achter glasgordijntjes. Van theekransjes en van dagelijks brood. Van de geur van verse gist en van het hout van de toonbank. Van de kunst van een ambacht, de passie voor een vak, van iets met liefde gemaakt…

Dag keuken van weleer,

Al stond er een modern fornuis, een grote frigo en een koffiezet, toch bracht deze keuken me terug in de tijd. De oude porseleinen spoelbak, de oude kraan, de gordijntjes in plaats van kastdeurtjes, het houten aanrecht, de schattige verlichting, … Daar afwassen, met zicht op de beek, daar groentjes snijden, op een dikke houten plank. Daar de bovenkant van de keukendeur openzetten, bij wijze van ventilatie. Daar het gekookte eten in een keramieken kommetje met steel gieten, en er met smaak uit eten. Daar voelde ik me in de schoenen staan van diegenen die me daar voorgingen in de keuken. De vakantiegangers, maar ook de eigenaars. De ouders en grootouders en overgrootouders van de eigenaars. Aan die porseleinen wasbak, voelde ik me een oudere én tijdloze versie van mezelf…

Dag boek,

Op vakantie zakken we ’s avonds niet onderuit voor de televisie. We spelen gezelschapsspelletjes. Onze zoon tekent en schrijft in z’n “Denemarken boek”. En er wordt voorgelezen. In de Deense kinderkamer vonden we deze klassieker van Astrid Lindgren. Wij hadden voor onze eigen lectuur gezorgd: het hilarische boek “Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda”, van Bibi Dumon Tak en Annemarie Van Haeringen, uitgegeven bij Querido in 2022. We hebben zo gelachen bij de dieren die spreekbeurten over andere dieren gaven, geheel op eigen wijze, inclusief gestotter, grapjes, opmerkingen, vragen en gegniffel. Ouderwets entertainment… vanonder de zachte dons in bed, in het leeshoekje onder de trap, of gezellig in de zetel bij het licht van de kaarskip. En meer moet dat niet zijn…

Dag handwerk,

Thuisgekomen van vakantie, duiken we weer helemaal deze tijd in… met alle prikkels en indrukken en agenda afspraken erbij. En toch, is er het verlangen naar dat stukje tijdloze eenvoud van die momenten waar de tijd bleef stilstaan.

Ik glimlachte toen ik m’n zoon ineens in de zetel zag zitten met een haakpen en haakgaren. Ze hadden in de klas leren haken, en het was blijkbaar iets aanstekelijk! Ze zochten wol uit, spraken over de grootte van haakpennen, bezochten een wolatelier en werden daar bijgestaan door haaksters met ervaring. Haken was ineens kei leuk. Jongen of meisje, iedereen sloeg aan het haken. En zo zat m’n zoon in de zetel, gemoedelijk te haken. Dat repetitieve, de vooruitgang die je letterlijk ziet, de wol tussen je vingers, je verstand op nul, gezellig in de zetel… het heeft iets. Nu, ik ben geen held in handwerk en als we samen instructievideootjes bekeken van andere steken, dan horen we het in Keulen donderen. Dus blijven we gewoon haken… en wie weet wordt die slinger vanzelf wel een pompoen of een muts of weet ik wat. Het plezier zit ‘m in het gehaak…

Dag kroon van brood,

Als we bakken, dan voel ik me echt terug in de tijd gaan. Bijzonder bij de volkorenbroodjes van Bobonne. Lekker kneden in het deeg, de bloem op onze schort, het deeg laten rijzen onder een keukenhanddoek en benieuwd weer gaan kijken… voelen hoe het deeg terug veert, er kleine bolletjes van rollen, sommigen met rozijntjes vullen, anderen in de granen doppen, ze tegen elkaar aanplakken en wat nat sprenkelen… En mijn zoon die met zijn deegje, z’n eigen broodje bakt. Dan het lekkers de oven in, en wachten hoe het hele huis geurt naar vroeger, naar  nu en naar morgen. Naar thuis…