Heer,
Ge zijt er al,
en toch
kijken we zo uit
naar Uw komst
Uw Komst die we vieren op Kerstmis
Uw komst in het wonder van de menswording
Gij die onder ons gekomen zijt
Uw Komst als we met Uw ogen kijken naar de wereld
En U herkennen
In het breken van het brood
In de mensen die gemaakt zijn
Om steeds meer op U te gelijken
In de Schepping die van de Schepper spreekt
En Uw Komst
Wanneer Gij werkelijk de Heerser van alle harten zijt
Wanneer Gij terugkomt
Wanneer Gij in ons geboren wordt
Wanneer Uw Rijk werkelijk aanbreekt
Nu nog gedeeltelijk
Eens ten volle!
Ik zie al uit, Heer,
Naar de dag dat we buigen voor U,
De ware Koning
Als een kind in een kribbe
Als Gekruisigde, bebloed
Als de Verrezene
Als de Glorierijke Koning
We zijn onderweg
We staan op de uitkijk
En ons hart klopt met verwachting
Want Ge zijt op komst!
Amen
Ja Ik kom
En Ik ben er al
Maak je hart bereid
Doe je deur open
Wees ontvankelijk
Kijk helder
Wees zo onderweg
Met een vol hart
En lege handen
Hoopvol
Ja Ik kom
Ik ben er al
Én Ik kom terug!