Oneindige

Ik hou van perspectief. Letterlijk én figuurlijk uiteraard. Maar als je om je heen vergezichten ziet, dan trekt dat ook van binnen iets open. Als een soort van tegenovergestelde van claustrofobisch. Een soort binnenstebuiten gekeerd worden. Tijdens onze reis naar Denemarken kwamen we veel bijzondere uitzichten tegen. Beelden die perspectief openen. Uitgestrekte bloemenvelden en de alom tegenwoordigheid van water, waardoor je de psalmen zo voelt tot leven komen. (daar schreef ik hier wat over) De zee die zich oneindig uitstrekt… en waarin de Oneindige te ervaren is. Rotsen die “als een rots in de branding”, alles trotseren en staande blijven, al generaties lang. Bomen die zich als een enorme omarming over het landschap uitstrekken… Kijk maar mee.

Dag boom vol warme armen,

Je staat een beetje alleen, op een frisgroene heuvel, op een dag waarin het niet anders doet dan regenen. Maar het voelt zo vredig en veilig bij jou. Alsof je takken zich als warme armen uitstrekken in een  grote omhelzing. Alsof ze ons uitnodigen op je stam te mogen klimmen en onder je kruin te mogen schuilen. Als een trouwe vriend sta je daar. De tijd trotserend. Het weer trotserend. Wie weet wat heb jij hier al allemaal gezien. Wie heeft er je takken gekriebeld? Gekust onder je bladeren. Mee gehuild met de regen? 

In wie of wat heb je laatst een trouwe vriend herkend?

Dag Oneindige brug,

Zo heet je, en zo voelt het ook. Steeds weer lopen op een houten pad over de oceaan, alsof het gebrek aan duidelijk begin en eindpunt ons vooruit trekt… steeds weer dieper en verder en steeds weer in beweging. Mee in een beweging van eindeloosheid, deel van het water en deel van de lucht, deel van het pad en deel van wat onzichtbaar is. Niet als een doelloos ijsberen, maar als een meditatie. Als een dans. Als een samen cirkelen zonder einde. verbonden met elkaar en verbonden met Alles.

Waar heb jij je verbonden met alles en iedereen gevoeld?

Dag kathedraal van groen,

Ik weet niet welke bomen jullie precies zijn, maar wat staan jullie plechtig, als een soort erehaag- of beter een ere-dreef, klaar om ons te verwelkomen. Ik denk dat iedere bezoeker zich hier een beetje speciaal voelt. Jullie kruinen vormen één delicaat afdak. Jullie stammen staan stevig en beschermend. En jullie taken reiken naar elkaar, als de vensters in een gotische kathedraal. We wandelen hier niet, oh nee, we “treden binnen”. We lopen niet, we schrijden. Als een perfect kader, trek je ons steeds verder. Steeds dieper. Uitnodigend. Wenkend. Want de einder zien we niet…

Wat heeft jou zacht gewenkt?

Dag cirkel van hout,

Terwijl we midden in een bakstenen gebouw staan, turen we naar boven. Kijk daar! De lucht! We zijn binnen én buiten. Je opent de poort naar de Hemel, hier en nu. Hout omcirkelt je, niet als een hek. Want tussen elk houten balkje is er ruimte. Wappert de wind. Waait het binnen en buiten.

De toegang is geen ijzeren poort. Met een ingewikkeld slot. Maar een open ruimte. Ik moet denken aan de koepels in oude basilieken. De met engelen beschilderde plafonds, die je blik naar boven richten. Hier is het zo eenvoudig, je bent binnen en buiten. Je bent hier en je bent in de Hemel. De toegang is open.

Ga je binnen?

Dag lieve Licht,

Je straalt niet uitbundig als op een zonovergoten dag. Het is hier wat nauw, wat eng, en toch… voer je ons trede voor trede, dichter bij je licht. Het bijkomstige laten we hier achter, en onze focus versmalt. We zoeken Je. We vinden we jouw lieve Licht.

Versmalt onze kijk, of verbreedt jouw Licht? Trek Jij het hier open? En ga Jij de trappen af?

Welk perspectief opent zich?

 

 

Dag oude trap,

Het fascineert, vind ik, een trap. Al is het ook steeds een opgave je te beklimmen. Met gehijg boven te komen en dan te kunnen zeggen: “Het was de moeite waard.” Door donkere smalle gangetjes. Stijl omhoog, trede per trede. Met de belofte van iets dat de moeite gaat zijn. Van licht dat al zichtbaar is. Van iets dat of Iemand die, ook hier weer, wenkt.

Voetje voor voetje, trede per trede… Waar ga jij stap voor stap in verder, ook als het moeilijk wordt, getrokken door belofte?

Dag uitzicht,

Ja, de tocht naar boven was de moeite waard. De lange trappen en de blik naar boven die al sprak van wat er te zien is: uitzicht! Overal waar we kijken, groene hellingen, water, bomen, een paar huizen, rust en leven tegelijk. Een pad dat ons net als de oneindige brug uitnodigt om in beweging te blijven, om in cirkels te wandelen en alles in ons op te nemen, waar we tegelijk deel van uitmaken. Wat genieten we van het uitzicht. Hier gaat het trager. We strompelen. We mijmeren. We stappen en stoppen, we turen en dromen. We zien van hier nog beter waar we staan.

Heb jij iets meegemaakt of gezien, waardoor je nog beter begreep waar je nu staat?

Dag slingerpad,

Kunstig leidt je ons door grazige vlakten. Langs wiegende bomen. En met droge voeten, ondanks de natte grond. Je slingert door het landschap, en doet ons mee slingeren. Als een sierlijk lint om een pakje. Als een (betekenis)laag over wat al is. Als een verstild schilderij.

Het lijkt of het landschap fluistert. En het pad wat kwetsbaar is, niet wil breken. Langs delicate grassen, maar niet erover.

Alles wuift en we wuiven mee.

“Ballade à la campagne”. Hout op gras. Artiest Onbekend.

Welke levensechte schilderijen heb jij al gezien?

Dag uitgestrektheid,

De armen open, zo staan we daar. Hier zijn we! Hier verlangen we naar! Kijk, lucht! Kijk, water! Kijk, bomen! Kijk, riet! Kijk niet naar mij, ik wuif mee mét jullie. Hier ben ik, deel van dit wonderlijke Alles. Ik wil mee drijven op de wolken. Mee ruisen met het riet. Mee kabbelen met het water. Mee wiegen met de bomen. Ik ben klein en ik ben groot. Want één ben ik. niet ik.

Wij!

Wanneer heb jij je geen ‘ik’ maar een ‘wij’ gevoeld?

Dag Licht dat overloopt,

Je lijkt wel een zon die huilt, of een ijsje dat smelt. Maar Jij bent het, hier, zo zichtbaar. Het staat geschreven “my cup runneth over” (Ps 23,5). Hier lijk Jij over te stromen, van Licht, van willen geven, voor ons.

Ik vang de druppel op. Lik van het ijsje. Voel de zon. Laat de overvloed aan Licht me beschijnen. Gelijk een kat die het licht opzoekt en zich prinsheerlijk in de zon legt.

Ik leg me erbij.

Jij ook?