God,

Omhels het kind
Dat hunkert naar geborgenheid
En onvoorwaardelijke liefde

Omhels de moeder die een kind in zich draagt
Nog onzeker over wat komen gaat
Omarm haar zoals zij het kind al omarmt

Omhels het kind in die grote volwassene,
Die zich misschien niet gezien weet, gekwetst is
En muren bouwt. Omarm het, ook nu.

Omhels de alleenstaande
En die U zoekt in zichzelf en in een ander,
Laat U vinden.

Omhels de ouder die er alleen voor staat
Dat ie voelt dat zorgen niet alleen iets is wat ie doen moet
Maar wat ie ook krijgt. Uw zorg, Uw liefde. Uw omarming.
En U in de kinderen waar ie voor zorgt.

Omhels de geliefde
Die een geliefde mist, iemand die er nog is, maar ook niet meer,
Of niet meer maar ook nog wel.
Omarm en troost wie achterblijft. Wees nabij.

Omhels de geliefden die genieten van elkaar,
En van wat het leven biedt, met laagtes en hoogtes,
Omarm hen opdat ze nog dichter bij elkaar en bij U mogen zijn.

Omhels de geliefden die door een zware storm gaan,
Dat ze bij U mogen schuilen. Dat ze in U vervulling mogen vinden.
En in Uw omarming elkaars liefde mogen voelen.

Omhels diegenen wiens relatie
Van buitenaf wordt belaagd
Bescherm hen, versterk hen, en omarm hen met Uw Liefde

Omhels allen die naar U verlangen
Of U missen, niet wetende van hun verlangen,
Omarm hen allen, en vervul hen zoals Gij alleen dat kunt.

Amen

Iedereen,
Iedereen,
Omarm Ik in Mijn Liefde
Diegene die vergeten is,
De gekwetste,
Diegene die liefde zoekt
Of meer van liefde verwacht,
Diegene die eenzaam is,
En diegene die ontroostbaar is,
En al wat aan eenzaamheid, ontroostbaarheid, maar ook warme liefde
In ieder van u leeft,
Iedereen,
Ja iedereen
Omarm Ik in Mijn Liefde
Die Alles is
en Alles voor iedereen wil zijn