God,

De mieren zijn er weer.
Ze kruipen het hele huis binnen.
Ons huis.
Het liefst had ik ze buiten.
Allemaal netjes buitengezet.
Daar is de deur.

Maar dan kijk ik naar mijn zoon.
Die nu verwonderd is, om elke mier die binnenkomt.
Me vraagt voorzichtig te zijn, zodat ik er niet op trap.
Ze namen geeft.

Die vol medelijden keek
Als hij per ongeluk eentje z’n poot heeft gekwetst
Maar hij leefde nog. Gelukkig.

Nu zitten ze in m’n glas van gisteren.
Normaal zou m’n reactie anders zijn.
Maar nu laat ik ze zitten.
Laat ik ze smullen.

God, laat ons toe,
onze zienwijze,
ons gedrag,
onze eerste reactie,
te veranderen,
te bevragen,
te laten uitdagen,
te transformeren

Zet weer een kind in ons midden
Om van te leren
Om de wereld met nieuwe ogen te zien
Om alles te omarmen,

Zelfs de mier

Amen

Omarm
Wat en wie
Je normaal niet omarmen wil
Het antwoord ligt daar