God,
En als het net leek of U er niet was
Dan was U er toch
Ook daar, in de leegte
In het gemis
In de ruimte
In de mogelijkheden
In het verlangen
In het ontbreken van
Dat wat niet noodzakelijk is
En als het leek of U er niet was
Uw naam niet viel, Uw gezicht niet zichtbaar
Dan was U er toch
In de vriend die kwam
Die luisterde, bij wie ik mezelf mocht zijn
Die niet luisterde, klaar met antwoorden
Maar de leegte liet, waarin de woorden vielen
Waarin ik mocht zijn,
Waarin Gij waart
Aanwezig,
En dat is genoeg
En als het leek of U er niet was
Dan had ik misschien niet gezien of gevoeld
Dat Gij het waart die me droeg
Dat mijn blik benevelt was
En leegte soms helend
Als in “gebrek aan lawaai”
Aan ruis, aan teveel
Zacht hoor ik Uw echo
Door de leegte galmen
Dank U