Jezus,
We kunnen zuchten
bij die man in rood en wit,
Die met een slee en rendieren
Beladen met cadeautjes
Zwierig de lucht door vliegt
Is men vergeten waar kerst over gaat?
De “Christ” in “Christmas”?
Uw geboorte, in een stal,
En meer nog, in ons leven, hier en nu?
Maar misschien toont het ons ook
Het verlangen, ook in deze tijd,
Om te herkennen dat er ons iets “gegeven wordt”,
Dat we niet alles zelf kunnen maken
Zelfs al fantaseren we er een kerstman bij
Met rinkelende rendieren
Misschien toont het ons ook
Het verlangen om te geven, meer dan te ontvangen,
Om bijeen te komen, zich aan elkaar te verwarmen
Laat ons niet zuchten om wat “de mensen”
Niet zouden zien,
Laat ons met Uw ogen kijken,
Dankbaar voor het besef van de gave,
En voor de ware kerst-man
Die Man waar het met Kerst over gaat,
Met het grootste geschenk voor alle mensen,
Gijzelf
Amen
Als Ik kom in een schamele stal
Tussen een os en een ezel
Is een plaats me dan te min?
Zou Ik dan niet komen
In een glimmende stad,
In huiskamers
Tussen vreugdelichtjes?
Er is geen plaats me te min
Geen mens me te min
En geen plaats waar Ik niet komen kan