Kastanjes

Elk jaar als het herfst begint te worden en de dagen worden kouder, zoek ik naar één van m’n warme jassen. En het is dan altijd een ontdekking, hoewel een beetje een voorspelbare intussen, wat ik in de zakken vind. Naast oude rekeningen en zakdoekjes, grabbel ik naar schelpen en kastanjes. 

Met een zoontje van zeven is dat makkelijk uit te leggen. Hij was zeker in de kleuterklas een echte ‘hamsteraar’. Zijn kleine boekentas werd zwaarder en zwaarder door die mooie steen, dat blinkende stukje plastiek, kapotte haarspeldje dat iemand verloren had, en uiteraard schelpen en kastanjes. De wereld zit vol schatten. Ook dat ingedeukte rietje of het stukje glas dat zo wonderlijk weerkaatst in de zon. Verwondering in doodgewone dingen.

Maar dan nu een kleine bekentenis: die kastanjes en schelpen in mijn jaszak, die steek ik er zelf in. Ik geef het toe, ik vind ze zo mooi. Bij de kastanjes vooral die dieprood-bruine kleur. Maar ook hoe ze glanzen en glimmen. Het leuke gevoel van ze vast te houden. Lekker compact, organisch van vorm. En in de zomer, met schelpen net hetzelfde. Die heerlijke ribbelige textuur van buiten, maar dan dat zachte gepolijste binnenste waar m’n duim precies in past. De mooie kleuren, de grillige texturen, het kunstwerkje van de zee. 

En daarom, heel eerlijk, draag ik ze mee. Ze zijn als tastbare herinneringen, knipoogjes, van het grotere Kunstwerk. van hoe mooi de wereld is. Als ik dan ergens sta te wachten, of wat dan ook voor dagdagelijks op een grauwe dag… dan hoef ik maar m’n handen in m’n zakken te steken en die schatten te ‘voelen’ hoe wonderlijk het leven is. 

Wat zijn jouw ‘schelpen en kastanjes’?