Wat is het altijd een vreugde, elk jaar opnieuw, om wat in de grond te stoppen, het te begieten, en dan, na een tijdje iets groens te zien bovenkomen. Als een zichtbaar teken van hoop. Van nieuw leven, elke keer opnieuw. Van grond die, hoe ruw die ook lijkt, toch iets nieuw in zich kan dragen. Van de natuur die ons verrast. Soms lukt het goed, soms wat minder. De tulpen knallen weer uit de grond, zoals altijd. Maar de tomaatjes hebben we misschien te vroeg gezet. Ze hebben het niet allemaal overleefd. De sla floreert, maar een krop in wording bleek een heerlijke maaltijd voor een slak. Elk jaar weer dat mysterie mogen meemaken, zien, voelen, begieten… aardappelen in de grond steken, en dan ineens de plantjes zien verschijnen. Het geeft zoveel vreugde. Het wekt iets diepmenselijk: deel te mogen zijn van de natuur, hoop te mogen zien voor onze ogen, en zien hoe uit dood, nieuw leven komt… en leven ook weer terugkeert naar diezelfde grond van waaruit alles komt.