God,
Gij zingt het ons toe,
Hier en nu
In welke situatie we ons ook bevinden,
In het ondraaglijke,
Of in het lichtvoetige,
In de stilte die deugd doet
Of de stilte die kwetst
In alle schakeringen tussen dag en nacht
Hier en nu
Kunnen we de woorden horen,
Alsof ze precies tot ons gericht zijn?
“Wees niet bang”
“Ik heb je bij je naam genoemd”
“Jij” (ja jij!) “bent de Mijne”
Kunnen we ze laten binnenkomen
Niet als oude woorden voor een ander,
Maar woorden voor mij?
Niet als “als ik er eens tijd voor heb”,
Maar ook tussen het stofzuigen en koken,
In de koelafdeling van het warenhuis
Of onder het dekentje in de zetel
Of meer nog,
Kunnen, durven we ze terug zingen?
Amen