Fredelig
Fredelig. Zo klinkt vrede in het Deens. En vrede, dat was een gevoel dat zo aanwezig was daar. In de rust van het land, de ongerepte natuur, het gebrek aan commerciële uitbuiting, de weidse vergezichten en het rustgevende van de witte lagen steen die gedrapeerd liggen op de kust… Fredelig… Een gevoel dat we in deze tijd extra hard nodig hebben… Als ik het maar kon sturen, naar daar waar het klettert en davert, schiet en beangstigt. In gedachten stuur ik deze beelden met jullie mee de wereld in…
Fredelig.
Zoals de machtige luchten, die iets zo stil als een meer, een majestueuze indruk geven. Waar riet ruist, waar wolken openbreken, en waar in de schijnbare dramatiek als in een Rennaissance schilderij vol diagonale lijnen, iets wonderlijk gebeurt. Al wat beweegt en schijnt en wappert en ruist, schept geen onrust, maar een diepe vrede. Stilte in de storm. Met het bootje als een knipoog. In ons aangemeerd.
Fredelig.
Zoals het licht dat net op dat ene stukje veld schijnt. Een landschap dat we als verrassing ontdekten, helemaal achterin de tuin. De lucht rolt, de gouden velden doemen op als een kostbare schat. En het licht, is niet overduidelijk. Het landschap baadt niet in zon. De wolken zijn bijeen gepakt. En toch, in de schaduw waar we staan, valt als een belofte, een streepje zon. Meer raak dan een zomerdag.
Fredelig.
Zoals het landschap dat vanonder de ijskap is ontstaan. Toen ijzig en kil, nu zacht glooiend. Hoe liefelijk de rondingen, hoe warm uitnodigend, klaar om te wandelen, te lopen, te ontdekken… Van bos tot gras, van bloemen tot rotsen, van zee tot keienstrand. Alsof alles hier samenkomt. En het goed is zo.
Fredelig.
Zoals het zo stille wateroppervlak waar we zachtjes door waden. Het geplens van de riemen in het water. Het gedobber van de waterlelies onderweg. Het langzaam schuiven over het zo stille meer. Het gefluister van de bomen rondom. Alsof we een andere tijd binnen varen. Een tijdloze tijd.
Fredelig.
Zoals de wilde bloemen langs het water. Heide en bloemen, bloeiend op het strand! Bloemen en zee, om ter liefst. In het dorre zand, wemelt het van leven. We buigen ons over een prachtige distel. We genieten van de rozebottelstruik. We turen naar de zijdeachtige rups die een strandwandeling maakt. En we wandelen mee…
Fredelig.
Zoals de zon die tussen de bomen door priemt. Die nog even fonkelt, alsof de dag die was, knipoogt: “ik ben nog niet helemaal voorbij”. Het bos geniet. De bomen rusten. En ze brengen rust. Hier woont vrede…
Fredelig.
Zoals het riet dat wuift. Zacht en teder. Alsof de aarde een vacht is die je aaien wil. En de zee, overal weer het water; dat uitzicht, dat inzicht, dat oneindige dat verstilt, verwondert en zingt. Hier zingt het riet mee. Hier wiegen wij mee. Op het ritme van de zee en de wind. Wij zijn één…
Fredelig.
Zoals die heuvels, vol wilde bloemen, hobbelend en glooiend. Die haast vragen om te huppelen. Die uitnodigen om met open armen de Schepping in te lopen. Die om een “Sound of Music” momentje vragen, rondspinnend van geluk. Die plek die vrijheid ademt. Waar een mens weer kinderbenen krijgt. Waar ik het lam zo naast de wolf zie liggen, het geitje neergevlijd tegen het luipaard, en het kalf en de leeuw samen rollen door het gras. Dit is de plek van de Psalmen. De plek van de Belofte. Het paradijs begint hier…