Rosa Rosa Rosam
Rosa, rosa, rosam,… Het liedje van Jacques Brel klinkt in gedachten, terwijl ik met alle zintuigen geniet van de prachtige rozentuin in het park. De heerlijke rozengeur. De prachtige kleuren. De al even geweldige namen, en mogelijke verhalen. De afgeborstelde en de wilde. Die in de perkjes, de klimmers, en diegene die tussen andere bloemen staan. Ik wandel in goed gezelschap tussen al dat moois. We kijken, we snuffelen, we verwonderen… en we fantaseren. Soms krijgt een roos een poëtische naam. Soms de naam van een bekende figuur. Soms wordt ze genoemd naar een geliefd iemand. En soms is er het vermoeden dat ze naar de kweker zelf is genoemd. We liepen tussen de poëtische namen en stelden ons voor dat er een “Patrick” roos tussenstond. Dat er een man was, Patrick Peeters, die dacht: “awel, dat heb ik nu goed gedaan. Deze noem ik naar mezelf”, en hoe hij dan fier zijn “Patrick Peeters roos” zou laten tonen. We dachten aan een uit de kluiten gewassen roos. In het fel oranje. Vreemd genoeg kwamen we de Patrick Peeters roos niet tegen. Maar wel een aantal andere mooie exemplaren met al even geweldige namen. Kijk maar mee…
Dag “Grande Amore”,
Denk aan “roos”, en we denken aan jou. Dé klassieker. Intens rood. Prachtige blaadjes. Gul, onverbloemd, symbool van liefde. Overvloed. Schoonheid. En tegelijk, verraden de soms hoekige kantjes je andere kant. Dat je soms kan prikken. Dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is. En toch, als een ode aan de roos, als een symbool voor alle andere rozen, als een teken van grote liefde, uitbundig, vurig, aanwezig.
“That’s Amore…”
Dag “Ballerinetta”,
Wat past je naam zo goed bij je bloem. Subtiel. Zacht en teder.
Delicaat. Lichtroos. Slank en rank. In bosjes samen dansend. Op opgekrulde bloemblaadjes, als pointes, op en neer zwiepend, draaiend, buigend en springend. Dans tussen aarde en lucht. Tussen wit en roos. Tussen open en toe. Tussen samen en solistisch.
Dag Ballerinetta, elegante roos. Hup, zwiep, trippel, draai.
Dag “Marc Knaepen”,
Ja Marc, je mag fier zijn op je roos. Daar heb je vast lang en toegewijd aan gekweekt. Misschien had je al enkele pogingen ondernomen die het bijna, maar nog niet helemaal waren. En dan, Marc, stond je die morgen op en ontlook daar, jouw nieuw soort roos. Héél zacht roos. In flinke bossen bij elkaar. Volle blaadjes. Tussen delicaat en stevig. “Hoe zou ik ze noemen?” vroeg je aan je vrouw. “Noem ‘m maar naar jezelf!” antwoordde ze. “Je hebt er hard genoeg voor gewerkt!” Niet geheel ontevreden met de idee (maar iemand anders moet het zeggen, zo gaat dat), noemde Marc de bloem naar zichzelf. De Marc Knaepen roos. Zo is het misschien wel gegaan…
Dag “Surprise du Chef”,
Heeft er iemand zich zitten verheugen… “We gaan eens iets anders doen! Iets wat nog niet gedaan is!” … Wat een mooie roos ben jij. En inderdaad, ik heb maar één van jou type gezien in die kleur. Wel rozen die erop lijken, in fel roze. Maar in dit soort kleur, dat het midden houdt tussen oranje en warm koraal, met die toets van geel, dat had ik nog niet gezien. Ben je het resultaat van een lang proces van het samensmelten van twee soorten? Of ben je een ”happy accident”? Zo eentje die de kweker zelf verraste? Gepland of ongepland, wat een prachtige verrassing ben jij!
Dag “Gebrüder Grimm”,
Een sprookjesnaam voor een sprookjesbloem. Ik zie je zo groeien, tegen hoge kasteelmuren. Aan het balkon van Doornroosje. Of langs de waterput waar Sneeuwwitje een klein vogeltje dat op haar hand landt, toezingt. In de prachtige tuinen tijdens het huwelijk van Assepoester en de prins. Of als betoverd exemplaar onder een stolp in de Schone en het Beest. Ik zie je uitbundig bloeien in bossen en velden, aan krakkemikkige ouwe huisjes en aan enorme paleizen. Ik zie je in het glooiend landschap aan de oevers van de rivier, waar sprookjesfiguren picknicken en bijbabbelen over de laatste nieuwtjes. Ik zie je als tot bloem geworden verbeelding.
Leef maar lang en gelukkig…
Dag “Queen Elisabeth”,
Een Engelse roos zoals je een Engelse roos denkt… elegant, lieflijk, bescheiden en beleefd, klassiek en toch ook in beweging, tikje gereserveerd, charmant, welbespraakt, innemend, vertederend. Ik hoor je zo fluisteren “It’s a lovely day, isn’t it?”
Queen Elisabeth mag blij zijn dat bij uitstek jij haar naam draagt. Het had ook een funky paarse kunnen zijn, maar dat had veel minder goed gepast. Of een fletse gele. Maar nee. Of eentje met verschillende kleuren in één. Maar nee, jij bent een toonbeeld van tijdloosheid, net als de koningin.
Dag “Rodin”,
Weer een naam die bij de bloem past. Een prachtige roos, maar niet te klassiek. Elegant, mooie verfijnde kleur, subtiel… en tegelijk met een soort Franse nonchalance. Zonder grandeur, maar tegelijk niet verlegen. Een soort vanzelfsprekend er zijn. Een “je ne sais quoi”.
Het wilde kunstenaarsleven van de ruwe steen waaruit gekapt wordt, en de gepolijste schoonheid. Eenvoud siert.
Dag “Aquarell”,
Wat ben jij één van m’n favorieten. Elke bloem lijkt wel geschilderd, met zachte rozige, gelige en zelfs perzikkleurige tinten. In en uitvloeiend. Vol ruimte. Scheppende mogelijkheden. Je bent poëzie. Elk beeld van jullie rozen, lijken wel poses. En de frêle blaadjes, de zorgvuldig uitgedroomde letters. Niet teveel. Zacht. Teder.
Met jou zou ik wel willen schilderen… (hier zie je nog kleuren uit een wonder schilderspalet)
Dag “Blessings”,
Soms staan de zegeningen nog niet in bloei. Maar je bent er wél. En je groeit. En je spreekt van belofte. Misschien zijn er al knoppen aan je groen, en staren we ons blind op het ontbreken van bloemen. Misschien is het nog niet de juiste tijd. Misschien zijn alle bloemen hier wel zegeningen, maar is er slechts eentje die eraan dacht die naam te kiezen. Ik ben benieuwd je te zien uitkomen… Je bent er nog niet helemaal, nu, en toch ook weer wel. Dag belofte. Dag plant die er nu al is. Dag droom van je openbloeien…
Dag “Tricolore de Flandre”,
Drie kleuren in één bloem, wat is dat knap gemaakt! De bijtjes vinden het ook, ze houden wel van iets bij-zonder. Ze kennen de kracht van streepjes. drie kleuren… dat hadden in elkaar overlopende kleuren kunnen worden… of telkens aparte blaadjes… of één soort gemengde kleur als grootste gemene deler. Maar hier hebben we verscheidenheid. Het samengaan van meer dan één. Het op zoek gaan, naar meer dan “de klassieke roos”, hoe mooi ze ook is. Het verleggen van grenzen. Van zo’n driekleur ben ik fan.
Dag “Maiden Blush”,
Je poëtische naam verwijst naar je poëtische kleur. Maar wat ik het mooist aan je vind, laat zich niet op foto vangen. Wat ruik je heerlijk! Denk je aan rozenwater: dan moet het wel van deze rozen gemaakt zijn. Ah! Wat een rozengeur! Eentje die je onmiddellijk fris doet voelen. Die je zoete herinneringen brengt. Die je doet dromen van mooie tijden. Ik zie je zo groeien om het dichtbegroeide huisje van een oud dametje midden in het bos. Een huis met een stro dak en wat vakwerk. Een dame met witte haren perfect opgestoken en paternosters aan de muren. Een dame die water haalt uit de waterput en de vogels eten geeft. En die heerlijk ruikt naar bos, en naar roos. Deze roos…
Dag “Parole”,
Eigenlijk hoef je geen woorden, zo mooi ben je. Wat een prachtige kleur! Wat een charmante uitstraling! Wat een aanwezig roos! “Rozer” kan haast niet. Een tikje retro, en een tikje eigentijds. Ongegeneerd sta je daar roos te wezen. Niet te pronken, maar wel te bloeien. Gewoon jezelf te zijn.
Roos, rozer, Roost.
Benieuwd naar een tekst rond ontluiken en een bekend gedicht over rozen, op muziek gezet? Klik dan hier.