Into Being
Toen ik zwanger was, wou dit werk als het ware ‘geboren’ worden. “It came into being”, zoals de tittel “into Being”. Het gaat over iemand die in het bestaan werd geroepen… dat kleine wonder in mij dat groeide en groeide. Met wat verbeelding kan je in de figuur links, opschuivend naar rechts een groeiend kind in de moederschoot herkennen. De kleuren zijn vrolijk en barstensvol leven. Het kind goud en lichtend. Want een kind (ook het kind in jezelf in een moederloze schoot) is een Goddelijk geschenk. Er zijn de waterkleuren onderaan… Water bij uitstek de plek waarin nieuw leven ontstaat. Waarin dat kleine wondertje ook rondzwom in m’n groter wordende buik. Water dat leven mogelijk maakt… Warme rood en paars tinten evoceren de liefde waarin iemand mag groeien. “Who has loved you into being?” hoorde ik eens iemand vragen. We “come into being”, maar we worden ook in het bestaan bemind, als het ware. Met een liefde en verbondenheid, niet alleen van een mama of papa, maar van zovelen met hen die uitkijken… Uitkijken totdat in dat laatste beeld (dat tegelijk nog maar een begin is van een leven), we elkaar van aangezicht tot aangezicht ontmoeten kunnen. De blik van het kind, die van de moeder ontwapent. Er is een soort directe verbinding in de blik van woordeloos graag zien. Daar wordt liefde geboren. Liefde die opbouwt, zoals de warme kleuren onder de moeder en kind figuur. Liefde zelf die Goddelijk is, zoals het goud en licht dat het in het laatste beeld overneemt en een onvermoede wereld opentrekt.
“Into Being” doet me ook aan Kerstmis denken. Vaak slaan we dat beeld over, en beginnen we bij de kerststal. Maar daarvoor was Maria zwanger. Droeg ze die kleine Jezus in haar schoot. Heeft ie geschopt en is ie zelfs opgesprongen, zoals bij de ontmoeting met haar nicht Elisabeth. Is dat kleine kind “into being” bemind, door Maria en Jozef, maar bijzonder ook door God. Heeft dat kindje in de moederschoot voor heel wat leven gezorgd maar ook de hobbelingen van het leven ondervonden, als we ons voorstellen dat het op een ezel de woestenij doortrok. Dat Jezus kind is Goddelijk goud en lichtend, als een belofte… Licht in de duisternis zal Hij brengen. De waterkleuren, de plek waar alle Leven begon. En het onze mee, daar in die schoot. Levend Water zal Hij zijn. En de warme kleuren van liefde, als teken van de Liefde waarmee Hij in het leven werd geroepen, waarmee Hij werd omringd, en als de Liefde die Hij zou worden. Menswording in de meest volle betekenis van het woord.
En misschien zegt dat beeld, van de particuliere menswording van m’n eigen zoon tijdens m’n zwangerschap, en van de Menswording met de grote ‘M’ tijdens de kersttijd, ook iets over onze eigen menswording. Over ons eigen “into Being” komen en bemind worden. Een pastor zei me eens, dat God als een baarmoeder is, die ons omringt, ons draagt, ons liefheeft en die omstandigheden schept opdat wij in Hem kunnen groeien… en… opnieuw geboren worden? Kunnen wij onszelf voorstellen als dat gouden kind, vol Licht, groeiend in Hem? Kunnen wij ons voorstellen dat God diegene is die ons in het leven heeft geroepen en bemind? En wat een aanblik het zal zijn, in een gouden gloed van Licht, wanneer we Hem van aangezicht tot aangezicht mogen ontmoeten! Eindelijk, daar ben je dan! Ik was in blijde verwachting…