keramiek
Klei. Zo een oer -natuurlijk iets. Ik heb er al namiddagen plezier mee gehad tijdens een regenachtige zomer. 10 kg schoolklei op tafel, en m’n zoon en z’n vriendje konden zich uren bezighouden. Maar deze zomer zag ik het voor het eerst “in het wild”. Niet in de grote plastiek verpakking in de kunstwinkel, maar recht uit de rotsen op een idyllisch eiland in Denemarken. De klei, zwarte klei was het, nodigde uit om er aan te voelen. Om ermee te scheppen. Om je handen vuil te maken en van iets, iets meer te maken. Op grote stenen in de zee, hadden mensen met wat Deense klei en stenen, kleine kunstwerkjes gemaakt. Ja, klei nodigt uit om te scheppen. En ik denk dat die uitnodiging me ook op Belgische bodem bereikt heeft.
Ik had al wel eerder dingen uit klei gemaakt: het stadje waar Sita woont uit klei, kippen uit klei. Allemaal heerlijk om te doen. Maar als het gedroogd is, is het zo fragiel. Hoe zalig zou het zijn, keramiek te kunnen doen. Het te kunnen bakken. En vooral ook: het glazuren! Ik herinner me als kind hoe ik eens tijdens kunstateliers, een huisnummer maakte en een klein tafereeltje met een poes in een mand. Dat glazuren had iets magisch. Met je hand strijken over een neus die plots glad geworden was! Maar op zoek naar een plek voor keramiek hier, was het niet eenvoudig. Aanbod, dat was er genoeg. Het is een “booming business”. Klei ateliers, workshops om je eigen potten te draaien, ze schieten op als paddenstoelen uit de grond. Maar het was meestal op een avond, meteen drie uur durend, en met een stevige kostprijs voor een hele lessenreeks. Te laat, te lang en te duur… Wat jammer!
Tot ik me inschreef voor een workshop bij de Handleiding, een workshop die reuze meeviel! De Handleiding, waar je hier meer over kan lezen, is een super toffe laagdrempelige plaats, waar Anke Van Os zorgt dat iedereen zich welkom voelt. Eens je een workshop hebt gevolgd, kan je steeds terecht tijdens de open maakmomenten om te komen kleien en glazuren. Geen lessenreeks. Geen onhaalbare uren. En als ik moe ben, dan ga ik naar huis. Ideaal dus. En haalbaar!
Tijdens de workshop (het is allemaal in handopbouw, niet met draaien), leerden we een potje maken. Nadien mochten we zelf aan de slag. Daar stond ik aan te schuiven voor klei “Mag ik ook een slechtvalk maken?” Op vakantie in Skagen, het uiterste puntje van Denemarken had m’n zoon een prachtige houten slechtvalk gezien in de winkel. Hij kreeg ‘m niet. Maar nu, nu zou ik een poging-tot-slechtvalk doen, en wel in keramiek. Fijn en uitdagend was dat, want een vogelkenner als m’n zoon leidt je niet om de tuin met een mus die een slechtvalk moet voorstellen. Een tijdje later, nam ik m’n zoon zelf mee om te keramieken en maakte hij een prachtige hagedis.
,
Keramiek, dat is een werkje van geduld. Maar niet het soort van “prutswerk” met pareltjes of naald en draad, daar heb ik het geduld niét voor. Wel een proces van wachten. Je maakt iets in klei, je laat het drogen, het wordt een eerste keer gebakken in de oven (bisquit bak) op minstens 950 graden. Dan kan je het glazuren, en dan wordt het opnieuw gebakken, deze keer tussen de 1060 en 1300 graden. Dat maakte de Handleiding een soort heerlijke “pitstop”, waar ik geregeld kan komen “aanwaaien”… Soms met m’n handen in de klei, heerlijk scheppend… de klei die soms een kommetje wil worden, of wat schaaltjes, of een vogel, of een muis, of wat dan ook. Ik heb wat in m’n hoofd en handen, maar de klei ook… Zo scheppen we samen. Het is iets heel “aards”, iets heel natuurlijk… Gelijk met je laarzen aan de tuin staan omspitten, of met groene vingers de dieven uit de tomatenplanten halen. Je verhoudt je niet tot de materie, je wroet er letterlijk mee, … en je ziet er iets uit geboren worden. Soms met een barstje en een krakje, soms met klei die wat “moe” geworden is. En soms met een onverwacht effect. Zoals met schilderen: het lege doek, de homp klei, ze zijn niet de achtergrond, ze doen mee, ze zijn wat ze worden…
Maar tijdens het “aanwaaien”, kon ik evengoed kijken wat al een eerste keer gebakken was. Of ik al iets kon glazuren. En of er misschien al iets een tweede keer gebakken was, om het finale resultaat te zien. Dat “komen aanwaaien”, is altijd in zo’n gemoedelijke sfeer. De deur staat open. De thee staat klaar. En de babbels, die vloeien spontaan. Niets moet, alles kan. Echt de ruimte mogen ervaren, om te mogen scheppen en te mogen zijn. Wat een heerlijke plek heeft Anke gemaakt. Bovendien een plek waar mensen, van jonge moeders met kinderen die wat geïsoleerd geraken bij momenten, tot oudere kinderen, peters en hun petekind, mensen zoals ik die wat beperkt zijn in fysieke en praktische mogelijkheden, oma’s en opa’s, enfin, waar echt iedereen welkom is en bij wijze van spreken de drempel al is weggehaald. Toegankelijkheid staat voorop.
Als iets gebakken is, het dan glazuren, is een geweldig moment. Het voelt een beetje als de kers op de taart. Eerst is er het hele proces van kiezen… Welke kleuren? Welk effect gaan ze hebben (voor zover dat in te schatten is)? Zijn ze voor een laagbak of hoogbak? Streepgevoelig of niet? En dan begint het schilderen… Met een penseel in elke pot.
M’n witgebakken pimpelmees krijgt kleur… Ze krijgt leven… Ze begint er “mezig” uit te zien. De bordjes worden schaaltjes. De platte schaal, vraagt om wat lente… iets fris, wat bloemetjes. Het gekke is ook, je schildert iets maar de kleur is anders dan het eindresultaat. Dat is dus een beetje spannend! Het is experimenteren, vertrouwen en je laten verrassen…
En tada! De vogel van klei, wordt een slechtvalk. Een bordje uit spikkelklei, wordt een roze geschenk voor onder de kerstboom. M’n eerste kommetje, met de namen van ons gezin erop, wordt een glanzend potje glazuur dat elke dag volloopt met melk en chocopops. De schaaltjes die ik maakte, en m’n zoon schilderde, zijn nu “onze” schaaltjes geworden. De kleuren fris, de spikkel spikkelt, en wij komen met een grote glimlach buiten. Dit hebben we gemaakt! Samen! De ideetjes rollen… We willen nog een sneeuwuil, een roodborstje, nog kopjes, kommetjes, … nog nieuwe kleuren uitproberen, nieuwe manieren van het bewerken van de klei. Maar vooral, nog veel scheppen… Iets nieuws creëren, gewoon durven en doen, zonder gêne, in een ruimte die als een tweede thuis voelt. Wie wordt daar nu niet gelukkig van?